Xilvo schreef: ↑do 22 jun 2023, 18:58
Vind je het bij 100 verstrengelde pasren dan weet je het, praktisch gezien, zeker. De kans dat het toeval is is kleiner dan 1E-30.
Dat is juist. Maar als je dat meet dan meet je alleen maar dat er verstrengeling is. Niet of er verborgen variabelen zijn die het bepalen. In het experiment van Bell zoals beschreven wordt nagegaan hoeveel fotonenparen door beide filters gaan. Daarbij wordt ook alleen maar gemeten of ze verstrengeld zijn. Niet het onderliggende mechanisme. En dat ze verstrengeld waren weten we al.
Als er gekeken wordt naar bundels van 2 aan 2 verstrengelde fotonen dan kan de individuele verstrengeling niet meer worden waargenomen en gaat de wet van de grote getallen gelden. Of er verstrengeling is of niet maakt dan niet meer uit voor het resultaat.
Xilvo schreef: ↑do 22 jun 2023, 18:58
Waarom vind je dat verstrengeling niet kwantummechanisch is?
Omdat het gaat over individuele deeltjes die verstrengeld zijn met individuele deeltjes. De kwantummechanica kijkt niet naar het individu maar naar het collectief.
Het zal extreem moeilijk zijn om een test op te zetten die onomstotelijk aantoont dat verborgen variabelen niet bestaan.
Het alternatief door supersnelle communicatie tussen de deeltjes is aantoonbaar in strijd met de natuurwetten dus als we streng zijn moeten we die hypothese verwerpen.
Onzekerheid is trouwens niet typisch kwantummechanisch. Er door dik en dun aan vasthouden is dat wel denk ik. Aan de basis van empirische wetenschap staat ook onzekerheid. We weten niet hoe de wereld in elkaar zit totdat we verschijnselen hebben onderzocht. Dat is onzekerheid. De wetenschap probeert die onzekerheid te verminderen door uitspraken en verschijnselen te onderzoeken en daaruit wetmatigheden te destilleren.
Ook het positivisme berust op onzekerheid. We weten van natuurwetten eigenlijk niet of ze echt altijd overal geldig zijn. Daarom zoekt een positivist naar een falsificatie van een wet om die zo te verwerpen of aan te passen. Absolute verificatie van een natuurwet is niet mogelijk omdat we nooit alle gevallen waarin een wet geldig is kunnen overzien en onderzoeken. Hoe langer tevergeefs gezocht wordt naar een falsificatie hoe zekerder we kunnen zijn van een natuurwet. Maar 100% zekerheid is er nooit. Ook positivisten proberen de onzekerheid te verkleinen.
Zelfs in de wiskunde zijn er onzekerheden. Iets waar wiskundigen zelf soms niet zo goed tegen kunnen. Wiskundigen willen graag alles bewezen hebben. Toch zijn er wiskundige problemen die we niet op kunnen lossen. De inhoudsformule van een piramide bijvoorbeeld of de exacte grootte van het getal π.
Filosofen kennen ook onzekerheid. Relativisten komen nog het dichtst bij de kwantummechanica. Die zeggen: "De hele wereld is onzeker. Het is zelfs onzeker of er een wereld is en of dat wel onzeker is." Misschien dromen we de wereld maar of zitten we gevangen in een computersimulatie. Filosofen gaan er wel anders mee om. Ludwig Wittgenstein zei bijvoorbeeld dat hij er vanuit ging dat als hij een wandeling maakte de weg voor hem niet plotseling zou ophouden te bestaan. Met andere woorden: filosofisch/wetenschappelijk is alles onzeker maar in de praktijk doen we alsof dat niet zo is. Filosofen discussiëren erover onder het genot van een kop koffie of een biertje maar ze laten het hun dag niet verpesten.