Als je in een tekst bezig bent te beschrijven hoe men tot verschillende qm postulaten is gekomen, kan je die postulaten natuurlijk niet gebruiken om je betoog te onderbouwen. Je kan geen postulaat van Heisenberg gebruiken om aan te tonen dat dat postulaat aannemelijk is. Je kan niet uitgaan van een stochastische interpretatie van de de Broglie golven om aan te tonen dat deze als waarschijnlijkheidsgolven geinterpreteerd moeten worden.
Je interpretatie van wat geschreven wordt is opmerkelijk. De golffunctie heeft een duidelijke fysische interpretatie: het kwadraat van de amplitude (niet van de golffunctie zelf zoals natuurkunde.nl beweert) levert de waarschijnlijkheidsdichtheid. De (relatieve) fase heeft zoals je zegt zijn belang bij interferentie. De golffunctie is in die zin niet minder fysisch dan om het even welke wiskundige representatie van fysica (bijvoorbeeld: de elektrische potentiaal is een abstractie om het elektrische veld te bestuderen, het elektrische veld is een abstractie om de lorentzkracht te bestuderen, ...).
Je stapt hier mi. te makkelijk over de opmerking op natuurkunde.nl heen. Van het EM veld zou nooit expliciet beweerd worden dat dit geen fysische betekenis heeft. Het parallele citaat in mijn boek luidt:
But the question arises 'What is varying in a de broglie wave? For light, which is an electromagnetic wave, it is the electric and magnetic fields that are varying with time and position. ... The answer is that the wave itself does not correspond to a measurable physical quantity'
De commutatieregels voor positie en momentum bevinden zich in de postulaten, niet in de gevolgen. Tenminste, in de behandeling zoals ze door de band wordt gegeven.
Zie mijn inleidende opmerking
Een golffunctie is geen specificatie x als functie van de tijd, bij een slinger is dat wel. Als je de waarschijnlijkheidsdichtheden van de klassieke slinger beschrijft, dan bekijk je voor zowel positie als momentum een delta distributie (beide zijn op elk moment gekend). Kwantummechanica beweert dat zoiets onmogelijk is (maar dat het voor de klassieke slinger een zeer goede benadering is). Maar, uiteraard, (het wiskundige systeem dat correspondeert met) de klassieke slinger is een voorbeeld van een systeem dat niet kwantummechanisch is, en waar de kwantummechanische wetten dus niet geldig zijn (omdat de klassieke slinger slechts een benadering is van de correcte, kwantummechanische, wetten).
Zie ook mijn inleidende opmerking. Ik wil juist weten waarom men niet tot een deterministische interpretatie van de qm golven komt.
Als je het eens bent dat in het buitengebied enkel de nuloplossing bestaat, en als je het ook eens bent dat de golffunctie continu moet zijn, dan ben je het eens dat de golffunctie 0 is op de wanden. De 'boogvorm' is gewoon (het kwadraat van) een sinusoïde, dat volgt onmiddellijk uit de Schrödingervergelijking.
Zie ook mijn inleidende opmerking. De elektrische put wordt ook als onderbouwing van de Schrödingervergelijking gebruikt (alhoewel niet helemaal duidelijk is op welke manier de relatie wordt gelegd. De formule komt een beetje uit de lucht vallen).
Overigens moet bij deze put het EM veld ook continu zijn, maar is deze voor deze geidealiseerde situatie discontinu gemaakt. De boogvorm is dus niet automatisch af te leiden uit het feit dat de golffunctie continu moet zijn.
Een ander beeld: Wanneer een bal tussen twee muren heen en weer kaatst, dan heeft de waarschijnlijkheidsfunctie tussen de muren overal een even hoge amplitude.