Hoi allemaal,
met practicum hebben we aan de hand van kaliumpermanganaat en mangaan (Mn2+) de volgende reactie nagebootst aan een calomel elektrode:
MnO4- + 8H+ + 5Hg(l) + 5Cl- --> Mn2+ + 4H2O + 2,5Hg2Cl2(s)
Omdat er een oneindig grote weerstand in is gezet loopt de reactie niet, waardoor je het voltage E kan bepalen uit de reactie: E=E-planeetje -RT/vF lnQ
We hebben gemeten bij de volgende molaliteiten van MnO4-
0,2 - 0,1 -0,05 - 0,025 - 0,0125 - 0,00625 Mol/kg
Verder is de molaliteit van Mn2+ waarmee we begonnen 5,92E-4 en dan iedere keer 1 op 1 verdund
Verder is de molaliteit van H+ 1,9E-2 en dan iedere keer 1 op 1 verdund
Verder is de molaliteit van Cl- constant 3 want deze werd niet verdund
De activiteitscoëfficiënten zijn bepaald aan de hand van Debye-Huckel: -abs(z-*z+)*A*I^.5 waarin A=0,509 en I afwisselend met je molaliteit
Als dit allemaal is bepaald kan E-planeetje worden bepaald via:
E-planeetje = E+RT/5F*ln(aMn2+/(aMnO4-*(aH+)^8*(aCl-)^5))
waarin je de activiteiten kan vervangen door a=activiteitscoëfficiënt*molaliteit
Onze gemeten voltages zijn: -1019 , -981 , -950, -914, -882, -861 mV
Hierdoor komen wer erop uit dat E-planeetje varieert van -0,5V tot -0,8V
Dit is nogal raar, immers theoretisch zou er het volgende uit moeten komen:
reactie permanganaat: 1,51V
reactie calomel: 5*0,2415 (dit negatief nemen vanwege tegengestelde reactie)
--> 0,3025V
Dit is een significante afwijking! Heeft iemand hier een verklaring voor of een fout ontdekt in mijn berekening?
Met vriendelijke groeten,
Bart