Beschouwen we een electron met zijn waarschijnlijkheidsgolf. In theorie strekt die waarschijnlijkheidsgolf zich uit tot het oneindige d.w.z. het electron kan zich met grotere of kleinere waarschijnlijkheid overal bevinden.
Op een bepaald moment bepaal ik zijn plaats dan stort die waarschijnlijkheidsgolf op dit moment overal in(wordt 0), uitgenomen op de plaats waar het electron zich bevindt natuurlijk. Is dit niet in strijd met de S.R.T. die zegt dat niets zich sneller kan bewegen dan het licht?