Moderator: Rhiannon
Ex falso quodlibet =D>ex falso sequitur quodibelet
Je uitleg verwart me nogal. Het Ex falso stelt dat als D én ¬D waar zijn elke C afgeleid kan worden, of dus ¬D⇒(D⇒C). Op zich betekent ¬D niet dat elke C geponeerd kan worden. Dat is alleen als A⇒B tegelijk waar en onwaar is.Stel A⇒B = D, dan geldt volgens het principe ex falso sequitur quodibelet dat ¬D⇒(D⇒C). Het is dus mogelijk om, als A⇒B niet waar is, een willekeurige propositie C te poneren zodat (A⇒B)⇒C.
Hoezo?Ex falso quodlibet =D>
The principle of explosion is also known as ex falso quodlibet, ex falso sequitur quodlibet (EFSQ for short), ex contradictione (sequitur) quodlibet (ECQ for short), and ex falso/contradictione (sequitur) (Latin: "from falsehood/contradiction (follows) anything", literally "... what pleases").
Dat was inderdaad de juiste uitdrukking.Ex falso quodlibet =D>
Veronderstel dat A waar is en B onwaar, dan is A⇒B, dus D onwaar. In dat geval volgt uit D iedere willekeurige C. Ik had er inderdaad bij moeten vermelden dat je daar van uitging.ypsilon schreef:Je uitleg verwart me nogal. Het Ex falso stelt dat als D én ¬D waar zijn elke C afgeleid kan worden, of dus ¬D⇒(D⇒C). Op zich betekent ¬D niet dat elke C geponeerd kan worden. Dat is alleen als A⇒B tegelijk waar en onwaar is.
Als A⇒B waar is en het tegendeel onwaar, kun je daar niet zomaar een C aan toevoegen.
Maar opnieuw: op zich volgt er geen willekeurige C uit de onwaarheid van D. Daarvoor moet D tegelijk ook waar zijn.Veronderstel dat A waar is en B onwaar, dan is A⇒B, dus D onwaar. In dat geval volgt uit D iedere willekeurige C. Ik had er inderdaad bij moeten vermelden dat je daar van uitging.
Ah, nu zie ik het pas =D>'t Ging me niet om de "sequitur"
Dat is in strijd met de wet van de uitgesloten derde, die stelt dat een bewering slechts waar of niet waar kan zijn, maar niet beide. Volgens mijn woordenboek Filosofie is ¬A⇒(A⇒B) een welgevormde uitdrukking die geldig is in de klassieke logica, met de toevoeging "als A onwaar is, dan volgt uit A iedere willekeurige B". Dit betekent dus dat ¬A waar moet zijn.Maar opnieuw: op zich volgt er geen willekeurige C uit de onwaarheid van D. Daarvoor moet D tegelijk ook waar zijn.
Het is geen axioma, het ex falso kan bewezen worden, en is ook intuïtief begrijpbaar. Als je een onwaarheid voor waar aanneemt, kun je bewijzen wat je wil. Dat wordt (voor D gegeven) uitgedrukt door:Als ik het goed begrijp is het de bedoeling dat er een axioma moet worden toegevoegd waarmee als D onwaar is C volgt.
Let op! Als (A⇒B) = D dan is D niet noodzakelijk onwaar als ¬A en B.En D is onwaar als A of B onwaar zijn.
De implicatie A⇒B, die ik gemakshalve D heb genoemd, is alleen onwaar als A waar is en B onwaar. In alle andere gevallen is A⇒B dus altijd waar, zelfs als A en B beide onwaar zijn. Jouw vraag was of je uit A⇒B een C kon afleiden zonder deze zelf te poneren. Het antwoord luidt: ja, mits A⇒B onwaar is, dus mits A waar en B onwaar is.Ik heb even gezocht op wiki. Als ik het goed begrijp is het de bedoeling dat er een axioma moet worden toegevoegd waarmee als D onwaar is C volgt. En D is onwaar als A of B onwaar zijn.
Ok. Was er al bang voor dat dit niet het goede woord was voor wat ik bedoel. Maar hoe heet een dergelijke propositie dan en hoe pas je die toe? Wat bepaalt wanneer wij deze regel mogen toepassen of mogen wij dat naar believen zelf bepalen?Het is geen axioma, het ex falso kan bewezen worden, en is ook intuïtief begrijpbaar. Als je een onwaarheid voor waar aanneemt, kun je bewijzen wat je wil. Dat wordt (voor D gegeven) uitgedrukt door:
Omdat er meer atomen zijn die mbv B D kunnen impliceren?Let op! Als (A⇒B) = D dan is D niet noodzakelijk onwaar als ¬A en B.
Dus als B waar is, is D altijd waar? Als ¬A dan is de redenering toch ook onwaar?De implicatie A⇒B, die ik gemakshalve D heb genoemd, is alleen onwaar als A waar is en B onwaar.
Je kan dit altijd toepassen (of het zin heeft is een andere vraag). Een heel eenvoudig voorbeeld is: Ik kan niet vliegen (dit is ¬D). Als we nu even aannemen dat ik wél kan vliegen (D), dan kunnen we ook aannemen dat ik vuur kan spuwen ( C ).Ok. Was er al bang voor dat dit niet het goede woord was voor wat ik bedoel. Maar hoe heet een dergelijke propositie dan en hoe pas je die toe? Wat bepaalt wanneer wij deze regel mogen toepassen of mogen wij dat naar believen zelf bepalen?
Let op met de notatie. Hier lijkt te staan "Als ¬D dan D, als D dan C".De regel is in kwestie is dus: ¬D-->D-->C
Dit snap ik niet... Waar tover je die atomen plots vandaan?Omdat er meer atomen zijn die mbv B D kunnen impliceren?
Dit is gewoon een toepassing van een paar logische basisregels. Wat we gedaan hebben is (A⇒B) herschreven als D. Dat komt op hetzelfde neer als (2x3) vervangen door 6. Als (A⇒B) vals is, is D dat ook. En (A⇒B) is alleen vals als A optreedt en B niet.Dus als B waar is, is D altijd waar? Als ¬A dan is de redenering toch ook onwaar?
Verborgen inhoud