Ik heb een vraagje wat betreft het existentialisme. Ik hoop dat jullie deze vraag kunnen beantwoorden.
Er zijn romans die expliciet existentialistisch genoemd worden, hierbij kun je denken aan "aantekeningen uit het ondergrondse" van Dostojevski, "Walging" van Sartre en "de Vreemdeling" van Camus.
Mijn vraag is: "wat is er nou precies existentialistisch aan? Is het omdat de karakters in deze boeken zichzelf verantwoordelijk stellen voor hun daden? Of omdat ze het bestaan van een god ontkennen?
Waarom is "aantekeningen uit het ondergrondse" nou wel existentialistisch en bijvoorbeeld "Turks Fruit" van Jan Wolkers niet?
Ik denk dat het existentialisme een vorm van neo-kantianisme is. Kant beschrijft een vorm van denken die ratio en empirisme verbindt. Na hem hebben andere filosofen dat op een andere manier geprobeerd. Existentialisten claimen de onzin uit Kant te hebben gefilterd.
Blueszeppelin schreef:Ik heb een vraagje wat betreft het existentialisme. Ik hoop dat jullie deze vraag kunnen beantwoorden.
Er zijn romans die expliciet existentialistisch genoemd worden, hierbij kun je denken aan "aantekeningen uit het ondergrondse" van Dostojevski, "Walging" van Sartre en "de Vreemdeling" van Camus.
Mijn vraag is: "wat is er nou precies existentialistisch aan?
Als je die boeken leest (sla er ook Kafka eens op na) dan zie je dat daar een vraag in terugkeert naar wat de aard is van het menselijk bestaan. De onbehaaglijkheid die veel existentiële literatuur oproept is mede het gevolg van de confrontatie van de personages met de absurditeit van het bestaan, en de gevoelens van onmacht en "angst" die daarmee gepaard gaan, die iets omtrent de menselijke aard moeten illustreren. Voor mij is dit de kern van het existentialisme (van wikipedia):
Existentialisten zijn ertoe geneigd om de mens te zien als een wezen in een onverschillige, en zelfs hem vijandig gezinde omgeving, als vereenzaamd in een absurd universum. In dit universum vindt de mens geen betekenis van een hogere natuurlijke orde, maar moet hij deze betekenis eerder door zijn eigen daden zelf maken, hoe onstabiel en voorlopig deze creatie ook mag zijn. De werkelijkheid om de mens heen is ook niet rationeel, dus het is futiel om te trachten daar met rationele middelen greep op te krijgen.
Of omdat ze het bestaan van een god ontkennen?
Nee, atheïsme is niet noodzakelijk voor existentialisme.
Ik denk dat het existentialisme een vorm van neo-kantianisme is. Kant beschrijft een vorm van denken die ratio en empirisme verbindt. Na hem hebben andere filosofen dat op een andere manier geprobeerd. Existentialisten claimen de onzin uit Kant te hebben gefilterd.
Dat is toch niet hun voornaamste claim, lijkt me. Integendeel: de existentialisten zien de mens veeleer als onredelijk.
Dat existentialisme is ontstaan uit de constatering dat God, dat wil zeggen dat grote metafysische kader van waaruit eeuwenlang de cultuur is vorm gegeven, er niet meer is, dood is om allerlei redenen: Bijbel blijkt mythe, secularisering, Darwin, enzovoort.
En Kierkegaard worstelde daarmee, en Nietzsche, Heidegger, Sartre, enzovoort.
En vanwege dat God is dood, sta je er nu alleen voor. Er is geen pater of dominee of andere goeroe die je aan het handje zal nemen om je in te wijden in de geheimen van het leven. Je existeert, je bent, je ontdekt jezelf in wat er is. En wat nu??
Je kan altijd nog irrationeel-intuitief in God stappen als het ware Kierkegaard.
Breek de hele tent af, alle rambam van het verleden, en ga nadenken over nieuwe waarden, een nieuw bestaan, een nieuw aangaan van het Leven methode Nietzsche.
Ontdek jezelf opnieuw in wat er is, die wereld, die werkelijkheid, en ga nadenken over wat dat mogelijk betekent Heidegger.
Ontdek vooral jezelf in wat er is, want op jou komt het aan, jouw keuzen, wat jij er van maakt Sartre.
Nou ja, mijn interpretatie.
Ik denk dat we in de afgelopen eeuwen filosofisch-metafysisch ontvoogd zijn geraakt, of eigenlijk terecht zijn gekomen in een proces van opnieuw geboren worden, in het althans proberen een nieuw/beter antwoord te vinden op de vraag naar onszelf in dit universum.
Heel hip is tegenwoordig levenskunst!
Het uiteengaande en het samenkomende en daaruit de schoonste harmonie - Heraclitus
Als je de literatuur van de westerse geschiedenis bekijkt van Homeros naar Shakespeare zie je een verschuiving van het perspectief. In het begin beschreef de literatuur de wereld waarin de handelingen van de mens plaatsvonden.
Shakespeare was een van de eerste dichters die ook probeerde de innerijke "wereld" te beschrijven.
Die tendens van buiten naar binnen heeft zich "door" Kant ontwikkelt naar de actieve mens, zinvolle mens in een passieve, lege wereld.
Deze verschuiving heeft zich in het modernisme nog een keer voltrokken. De boeken van Sartre en Camus beschrijven deze mens in zijn relatie tot zijn omgeving. Bij Wolkers is er alleen nog maar mens, de manier waarop hij zich tot andere verhoudt(denk aan Olga). Natuurlijk speelt omgeving een grote rol(Denk aan Oestgeest), maar deze omgeving wordt kenbaar gemaakt door de herinneringen van de hoofdpersoon en zijn ook door deze gekleurd.
Je ziet een dergelijke wending naar het subject ook in de beeldende kunst, waarin vanaf ongeveer de 15e eeuw religieuze motieven overgaan in de godendrama's van de Griekse mythologie, om dan geleidelijk aan plaats maken voor werken waarin vooral de mens verschijnt, met vervolgens het dagelijks leven van mensen, en algemeen de wereld die mensen omringt, en met uiteindelijk vooral de innerlijke wereld en de verbeelding van mensen.
Zie bijvoorbeeld de zelfporttretten van Rembrandt, de taferelen van Vermeer, de landschappen van Ruysdael, de werelden van pointilisme, kubisme, surrealisme, expressionisme, enzovoort.
Het betreft hier een belangrijk thema dat vanuit vele verschillende wetenschappelijke disciplines te belichten is, en dat als een rode draad doorheen de geschiedenis van de filosofie loopt. En die uiteindelijk geresulteerd heeft in het ontstaan van het zogenaamde 'autonome subject', de mens die 'maat van alle dingen is', of die althans de illusie heeft dat te zijn.
Want ondertussen is de 'dood van het subject' ook al weer verkondigd (Foucault). Waarnaast men in de levenskunst (Joep Dohmen) spreekt men van de wenselijkheid van een spirituele cultuur, een cultuur van zelfbegrip in contexten van bijvoorbeeld 'de ander', 'de samenleving' en 'de natuur'.
Het uiteengaande en het samenkomende en daaruit de schoonste harmonie - Heraclitus