Over de 3 krachten die op de auto in de bocht aangrijpen en hun functie nog dit:
1° de middelpunt zoekende kracht grijpt aan op de wielen namelijk op het aanrakingspunt vd wielen met de grond. Die kracht zorgt er voor dat de auto in de bocht blijft en ze geeft
geen kip- of stabilizerend effekt op de wagen.
2° de middelpuntvliedende kracht, (die even groot is als de middelpuntzoekende kracht, maar tegengestelde richting heeft) grijpt niet aan op grondniveau maar in het hoger gelegen zwaartepunt vd wagen. Daardoor geeft die kracht
wel een (buitenwaarts gericht) kipmoment rond de onderkant van de buitenwielen. Dus (1° en 2° samen) de auto gaat dwars overhellen naar buiten toe door de hoger gelegen middelpuntvliedende kracht en hij blijft in de bocht door de middelpuntzoekende kracht die ter hoogte vd grond aangrijpt.
3° het gewicht van de wagen grijpt ook aan in het zwaartepunt van de wagen maar het draaimoment rond de onderkant vd buiten wielen is in tegengestelde zin van het kipmoment door de middelpuntvliedende kracht veroorzaakt. Daarom noem ik het stabiliserend moment . Dat moment heeft een constante waarde ( gewicht maal halve breedte vd wagen) want het is alleen afhankelijk van het gewicht van de auto en van zijn breedte. Het kipmoment daarentegen is niet constant. Het hangt af van de snelheid vd wagen en van de straal vd bocht. In slechte gevallen zal het kipmoment groter kunnen zijn dan het stabiliserend moment en zal de wagen idd kippen. In alle andere gunstige gevallen is het stabiliserend moment groter dan het kipmoment.
Dat een auto in een bocht naar binnen helt wordt veelal gedacht omdat er verkeerdelijk een analogie gezien wordt met een fietser. Die moet het stabiliserend moment zelf opwekken door naar binnen te hellen daar hij wel een gewicht maar geen halve breedte heeft. De indruk dat een auto "vanzelf" in bochten naar binnen toe helt wordt nog versterkt omdat in een goed aangelegde snelweg de dwarshelling vd weg, ter kompensatie, naar binnen afhelt. Het is wel degelijk zo dat een tankwagen die te snel rijdt in een scherpe bocht naar buiten toe omkipt. Dat dwars overhellen kan je ook waarnemen bij autobussen die een beetje snel door een scherpe bocht gaan.
Tenslotte nog eens iets over de middelpuntzoekende kracht :
in de bocht is die gelijk maar tegengesteld aan de middelpuntvliedende kracht (alhoewel ze niet in het zelfde punt aangrijpen). Alweer in een slecht geval (bijvoorbeeld als de weg plaatselijk glad ligt) zal de middelpunt zoekende kracht kleiner worden dan de buitenwaarts gerichte middelpuntvliedende kracht en verkiest de auto de raaklijn aan de cirkel! Tenzij hij daardoor in de sloot belandt zal hij hierbij echter niet omkippen
.
fysicusje in spe, ik hoop dat je hier iets aan hebt en krijg graag nog verder kommentaar hoor.