Dit was overigens een vraag die
Olber zichzelf stelde, waarom is de nachtelijke hemel zwart. Als je je voorstelt dat de ruimte zelf oneindig zou zijn, en het heelal oneindig lang bestaat, en de hele ruimte gevuld zou zijn met een gemiddeld zelfde hoeveelheid sterren, dan zou je eigenlijk in elke richting uiteindelijk een ster moeten zien. Verre sterren daar zie je minder licht van, maar op die afstand zijn er ook meer sterren, en die twee factoren heffen elkaar precies op.
Dus eigenlijk IS het een raadsel, als je aan zou nemen dat de ruimte oneindig is, er een homogene verdeling zou zijn van sterren (in ruimte én tijd), en het heelal oneindig oud zou zijn, dan zou de nachtelijke hemel evenveel verlicht zou moeten zijn als overdag.