Wanneer je de handeling van het spelen van een gezelschapsspelletje uitdrukt, dan zeg je (naam van het spelletje spelen).
Bijvoorbeeld:
Gaan we Monopoly spelen?
Wanneer mijn moeder en ik Mastermind spelen, win ik bijna altijd.
Ik heb gisteren Cluedo gespeeld.
Maar mag je ook zeggen:
Gaan we Monopoliën/monopoliën?
Wanneer mijn moeder en ik Masterminden/masterminden, win ik bijna altijd.
Ik heb gisteren geCluedood/gecluedood.
En als dat mag, moeten de werkwoorden dan met of zonder hoofdletter geschreven worden?