De termen isotherm, isochoor en isobaar zijn te verklaren door uit te gaan van de ideale gaswet
\(\frac{pV}{T}=C\)
, ofwel
\(\frac{p_1V_1}{T_1}=\frac{p_2V_2}{T_2}\)
. Indien T = constant, dus indien T
1 = T
2, is er sprake van een isotherm proces, waarbij de temperatuur gelijk blijft. Het ideale gas volgt dan de wetmatigheid pV = C, ofwel p
1V
1 = p
2V
2. Dit is de wet van Boyle.
Indien V = constant, dus indien V
1 = V
2, is er sprake van een isochoor proces, waarbij het volume gelijk blijft. Het ideale gas volgt dan de wetmatigheid
\(\frac{p}{T}=C\)
, ofwel
\(\frac{p_1}{T_1}=\frac{p_2}{T_2}\)
. Dit is de drukwet van Gay-Lussac.
Indien p = constant, dus indien p
1 = p
2, is er sprake van een isobaar proces, waarbij de druk gelijk blijft. Het ideale gas volgt dan de wetmatigheid
\(\frac{V}{T}=C\)
, ofwel
\(\frac{V_1}{T_1}=\frac{V_2}{T_2}\)
. Dit is de volumewet van Gay-Lussac.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel