Neem nu de versie van het handelsreizigersprobleem waarin de afstanden tussen steden de rechte lijnen hiertussen zijn, en dus de situatie in 2d op schaal getekend kan worden. Er wordt geen rekening gehouden met bergen en omwegen.
Stel nu dat de volgende handelswijze altijd de kortste route geeft:
*********
- verbindt de 3 punten waarmee je de driehoek krijgt met de grootst mogelijke omtrek.
- verbindt de punten binnen de driehoek met de driehoek. Neem steeds het punt dat het dichtst bij een lijn licht, en verbindt het met de lijn die het dichtste bij ligt
- verbindt de punten buiten de driehoek. Neem steeds het punt dat het verste weg ligt bij een lijn, en verbindt het met de lijn die het dichtste bij ligt.
- als je alle punten gehad hebt: schrap de langste afstand
na het schrappen moet voor allebei de laatste 3 punten van de lijn een driehoek worden getekend, waarvan vervolgens de langste zijde moet worden geschrapt.
De dichtstbijzijnde punt bij een lijn wordt bepaald door de loodrechte afstand. De dichtstbijzijnde lijn van een punt wordt bepaald door: de loodrechte afstand / de lengte van de lijn waartoe de loodrechte afstand genomen wordt. De kleinste uitkomst van deze som is de lijn waarmee het punt moet worden verbonden.
****************
Dat zou betekenen dat voor elk extra punt de handelswijze maar 1 keer extra hoeft te worden uitgevoerd. Wat zou dit voor gevolgen hebben voor de oplosbaarheid van het P vs. NP probleem?