Beste, in de post wil ik het begrip pariteit uitklaren zoals dat gebruikt wordt in de fysica.
In de kwantummechanica heb je een pariteits operator (P) die de ruimtelijke coordinaten gewoon omdraaid. Wanneer de golffunctie van een deeltje een eigenstate is van P (enkel eigenwaarden 1 of -1), is de kans verdeling om het deeltje ergens te vinden symm voor een puntspiegeling.
Nu pariteit wordt ook (vooral in deeltjes fysica) gebruikt als symmetrie. De symmetrie is niet eenvoudig weg een puntspiegeling, het zegt dat de fysica onveranderd moet blijven bij een puntspiegeling in het coordinaten stelsel. Een voetbalmatch bvb is symmetrisch onder de pariteits operator, de fysica blijft identiek.
De zwakke kernkracht violeert dit. (zie experiment met beta verval van gepolariseerde atomen)
Nu waar ik mee zit is dit: men zoekt bij het neutron naar een elektrisch dipool moment.
Wanneer dit gevonden wordt is aangetoond dat P gevioleerd is. Met dit laatste heb ik moeite. Men geeft altijd een argument waarbij men kijkt naar de projectie op de spin (z component), maar waarom moet dit?