Dit vraagstuk is gegeven en ook een grafiekje (dalende rechte met punten (0,5) en (4,0)
Een sprinter loopt een afstand van 100 m. In de grafiek wordt de versnelling gegeven als functie van de tijd. Na 4 seconden blijft de versnelling van de sprinter gelijk aan nul.
Wat is de snelheid van de loper na 4 seconden?
ik heb de oplossing gevonden maar enkel omdat ik zei : Uit grafiek blijkt op t = 4, a = 5 (deze tip had ik via de prof) maar ik snap niet hoe dit juist is...
Hier staat de vraag ook in + de grafiek
www.kaveurne.be/fysica/IGFysica2010.doc