Waarnemen, oorzaak of gevolg?
Over bewustzijn, ruimte, tijd en de oorsprong....
We nemen waar, elke dag als we wakker worden, we herineren ons onze dromen en worden ons bewust dat we wakker zijn. We zien de schemering door het raam, we ruiken de verse koffie en we voelen de wallen onder onze ogen.
We nemen waar, we nemen waar dat wat onze zintuigen toestaan dat we waarnemen. We zien de schemering door het raam als contrast met de donkere slaapkamer. We ruiken de koffiegeur omdat deze zich onderscheidt van de normale neutrale geur van lucht. We voelen de wallen onder onze ogen omdat die er niet altijd hebben gezeten.
Hoe je het ook wendt of keert, we nemen waar datgene wat een afscheiding kent in ruimte en/of tijd. Niet de zintuigen hoor, die nemen veel meer waar, ook bijvoorbeeld de neutrale geur van lucht. Die geur is voor de neus niet anders dan de geur van verse koffie, een geur. Het is het bewustzijn dat alleen die dingen waarneemt die afgebakend zijn.
Hiermee lijkt het bestaan van ruimte-tijd een voorwaarde te zijn voor waarnemen. Iets wat altijd en overal is kan niet worden waargenomen...
Maar laten we nu eens in detail naar die waarnemingen gaan kijken. We zien een externe realiteit. Voor zover we weten omdat er licht valt op een boom en de buitenkant van de boom bepaalde eigenschappen heeft waardoor bepaalde frequenties in dat licht worden teruggekaats en andere niet (even simplistisch gesteld). Dit licht valt op de licht-sensitieve cellen in ons oog, hetgeen resulteert in signalen naar de hersenen. Uiteindelijk worden wij ons bewust van een plaatje van de boom. Een waarneming eindigt altijd in een mentale waarneming. Het resultaat is altijd een mentaal plaatje van de externe realiteit. Gedachten.
Zouden we de boom gaan onderzoeken dan zien we cellen, moleculen, atomen....
Uiteindelijk is de wetenschap zover gevorderd dat we weten dat het atoom, of de bouwstoffen van de atoom zijnde protonen, neutronen en elektronen, ook niet de kleinste 'vaste' deeltjes zijn. We zijn terecht gekomen in de wereld van de quanta, een wereld die niet bevat kan worden maar alleen wiskundig beschreven kan worden. Een wereld waar geen geometrische ruimte-tijd bestaat. Een wereld waarin alles met elkaar verbonden lijkt in 1 punt, en waar alles energie is totdat de waarneming zorgt voor een manifestatie van energie in een deeltje. Een wereld van non-lokaliteit en deeltjes die zich discontinu gedragen.
Kortom op dit laagste niveau, dit niveau dat de basis vormt voor onze wereld, dit niveau wat ten grondslag ligt aan alles, bestaat geen geometrische ruimte-tijd, terwijl het bestaan van een geometrische ruimte tijd een voorwaarde lijkt om te kunnen waarnemen. Een paradox?
Net zomin als we de wereld van de quanta kunnen bevatten, kunnen we zaken als het einde van de ruimte, of het begin van de tijd bevatten. Evenmin kunnen we het ontbreken van het einde van de ruimte, of het ontbreken van een begin van de tijd echt bevatten. Sterker nog, we kunnen ruimte en tijd niet rechtstreeks waarnemen. Het lijken voorwaarden te zijn, of liever het lijken eigenschappen te zijn van alles wat we waarnemen. Alles wat we waarnemen is immers afgebakend in ruimte en/of tijd, maar de ruimte-tijd zelf waarnemen is niet mogelijk.
En uiteindelijk is de waarneming een mentale aangelegenheid, een gedachte. Het begint zonder ruimte-tijd in de wereld van de quantum mechanica, en het eindigt zonder ruimte-tijd als gedachte. Ruimte en tijd lijken dus eerder produkten van de waarneming dan voorwaarden voor de waarneming. Als dit zo is dan klopt ons beeld, dat alles wat we waanemen afgebakend is (wordt door de waarneming) in ruimte en/of tijd, daar waar geen waarneming bestaat is geen ruimte en geen tijd. De paradox is verdwenen. Want waarom zou iets dat aan de ene kant niet fysiek of ruimtelijk is, en aan de andere kant niet fysiek of ruimtelijk is, ergens tussen die twee uiterste in wel echt fysiek of ruimtelijk zijn?
Dat is dus eigenlijk de vraag.