Hallo,
in een cursus over hoogdisperse materialen (waar ik binnekort examen van moet afleggen) wordt er in een hoofdstuk anorganische polymerisatie (hydrolyse en condensatie) behandelt. In een eerste deel van dit hoofdstuk gaat het over het maken van materialen (polyzuren, oxides, gelen, ...) vertrekkende vanuit een metaal dat ingezet wordt als anorganisch zout in waterig midden. Afhankelijk van allerlei factoren als de lading, de elektronegativiteit, de pH en het coördinatiegetal zal dit volgens een bepaalde graad hydrolyseren en vervolgens condenseren tot het gevormde materiaal. Nu komt er een stukje aan te pas dat gaat over de invloed van het anion (dat ook nog aanwezig is in het waterig midden) en daar zijn een aantal onduidelijkheden voor mij. Ik citeer letterlijk uit het boek 'Sol-Gel Science (Scherer en Brinker)' het volgende: "The complexing ability of X- depends mainly on the extent of charge transfer from X to M in the M-X bond causing a charge variation of the anion ... In general, stability is conferred when X- is less electronegative than the water resulting in a more covalent M-X bond that is stable against dissociation and when the partial charge of the conjugate acid (HX) < 0, so that the protonated species remain attracted by the positively charged metal.'
Kan iemand mij een helpen met dit te doorgronden? Ik snap niet zo goed wat ze hiermee juist bedoelen.
Alvast bedankt