schrodingervergelijking en kopenhagen interpretatie

[always]

Volgens de S(schrodingervergelijking) blijken elektronen een golffunctie te vertonen waarbij volgens de K(kopenhagen interpretatie) de waarneming de waarde veroorzaakt van de plaats en impuls etc.
Maar als zo'n waarneming gedaan wordt gaat de S daarbij dan uit van één bepaalde methode van meting, waarbij alleen het tijdstip varieert? Of zijn er voor de meting variante mogelijkheden?  Mocht het eerste waar zijn welke methode is dat dan? Mocht het laatste waar zijn dan moet dat door K toch in de formule zijn ingebouwd?
 
Daarnaast vraag ik me af wat voor soort figuur de S geeft? Geeft dat een soort paraboolmeting, waarbij de kansen het grootst zijn in het midden en het laagst aan de zijkanten (aflopend en oplopend dus) of is het lineair of is dat telkens verschillend?
 
Verder vraag ik me af hóe dan die vastlegging door de meting wordt gedaan in de K? Is er bijv. een wederzijdse beïnvloeding van object en meter?

[descheleschilder]

De golffunctie die de uitkomst is van een meting hangt af van het soort meting dat je op de golffunctie doet. En elke meting heeft zijn eigen methode. De figuur die S geeft hangt af van de omstandigheden van een elektron. Dat S een paraboolvorm geeft kan alleen als die hij links en recht opeens naar nul gaat, aangezien anders de waarschijnlijkheid het elektron ergens aan te treffen groter dan 1 wordt.
De meting wordt meestal met e.m. straling gedaan (die Natuurlijk met het object wisselwerkt en zo de meter beinvloed; denk aan een meting van de spin; de e.m. straling ``dwingt`` het elektron een van de twee richtingen t.o.v. de meter aan te nemen, maar er is geen causaal verband met het elektron) die volgens K het object zo beinvloed dat de bijbehorende golffunctie, afhankelijk van de soort meting, tot een andere golffunctie gereduceerd wordt.