Merk op dat EvilBro theorie gebruikt die hij niet zonder meer bekend kan veronderstellen. Hoogste ondergrenzen en zo zijn leuk voor de geoefende wiskundige, maar volgens mij maken ze het hier eerder ingewikkelder dan simpeler.
Ten tweede geeft hij je het antwoord op de helft van je vraag, terwijl ik het zelf leerrijker vind als je het antwoord zelf zou ontdekken met wat hulp van ons.
Hoe dan ook.
Dit soort vragen bevat vaak impliciet twee delen.
- wat is het antwoord?
- waarom is dit antwoord correct?
Oftwel, eerst zul je moeten achterhalen op
wèlke verzameling je überhaupt gaat uitkomen. Dit is een inzichtvraag, en wat je nodig hebt is intuïtie voor de termen in de vraag. Wat is een doorsnede of een vereniging, en wat zijn de
\(A_n\)
in de vraag. Pas als je dat weet, kun je dit gaan
bewijzen. Dat is een technische vraag en daarvoor heb je de exacte definities nodig die in het tekstboek staan.
Om de eerste vraag te beantwoorden heb je wat intuïtie nodig voor de gegevens. Er wordt een rij verzamelingen
\(A_n\)
gedefinieerd. Hoe zien al die verzamelingen eruit? Enig idee?
- Wat is
\(A_0\)
? - Wat is
\(A_1\)
? - Wat is
\(A_2\)
? - Wat is
\(A_3\)
? - (etc.)
- Wat is de regelmaat?
Bij de laatste vraag kan het heel erg helpen om dingen visueel te maken. Kun je de verzamelingen "tekenen" in een vorm die misschien inzicht biedt? Hoe zou je dat kunnen doen?
Dan de doorsnede en vereniging. Heb je intuïtie voor wat dat zijn?
Een plaatje als dit heb je vast vaker gezien:
De doorsnede is het
gemeenschappelijke gebied.
De vereniging is het
totale overdekte gebied.
De intuïtieve definities gelden ook voor de doorsnede of vereniging van oneindig veel verzamelingen.
Als je je verzamelingen handig kunt tekenen, is veel sneller duidelijk wat de doorsnede en vereniging waarschijnlijk zullen zijn. Voor de duidelijkheid: dat helpt je alleen bij de vraag "wat is het antwoord". Voor de vraag "waarom is dit antwoord juist" heb je nog altijd de formele definities uit je tekstboek nodig.