Een functie bestaat (inderdaad) uit
- een domein
- een beeldverzameling*
- een functievoorschrift.
Deze collectie van drie dingen wordt een functie genoemd en krijgt een naam als f. Dus f is inderdaad ongeveer (A, B, g), maar we schrijven dat aak als
\(f: A\rightarrow B\)
\(x \mapsto x^2\)
(op het middelbaar vaak genoteerd als
\(f(x) = x^2\)
, met domein en beeld meestal niet vermeld)
A is het domein, B is de beeldverzameling. Het functievoorschrift
\(x \mapsto x^2\)
is dan zeg maar jouw "g". Maar een
grafiek is wezenlijk iets anders dan een functievoorschrift. Een grafiek is een grafische weergave van het verloop van functiewaarden over een
interval. Niet alle functies hebben een grafiek, want niet alle functies zijn gedefinieerd op intervallen. De functie die van een woord het aantal klinkers geeft, of de functie die van een permutatie het aantal cykels geeft, kun je niet in een grafiek zetten.
* Het bereik is een automatisch gevolg van domein en functievoorschrift en is een deelverzameling van de beeldverzameling.