Aristoteles voert in de Caelo als bewijs voor de bolvorm van de aarde onder meer aan dat de schaduw van de aarde op de maan tijdens een maansverduistering altijd gekromd is (zoals we onlangs hebben kunnen zien), en nooit recht, zoals bij halve maan. Nu las ik dat Otto Neugebauer, in zijn History of Ancient Mathematical Astronomy (1973), p. 1093-1094 dit bewijs "mathematically inconclusive" vindt. Kan iemand mij vertellen, wat hij daarmee zou kunnen bedoelen? Volgens mij slaat Neugebauer (een erkend autoriteit op zijn gebied) hier toch de plank mis.Helaas is op internet alleen p.1093 van Neugebauer's boek te bekijken en legt hij het misschienop p. 1094 uit. Heeft iemand zijn werk in de kast staan en kan die het voor mij nakijken?
Daniel Graham legt in zijn onlangs verschenen Science Before Socrates (2013), p. 130 goed uit dat de schaduw van een platte aarde met name bij zogeheten crepusculaire maansverduisteringen, waarbij de maan zich vlak boven de horizon bevindt, wel een rechte lijn zou zijn (zie toegevoegde afbeelding)