Alle deeltjes met een 'half-integer' spin (waaronder dus een elektron), dus een spin in de vorm n/2, nemen een fysieke ruimte in beslag door hun samenstelling (zoals protonen en neutronen die uit quarks bestaan) of door hun potentiële (afstotende) energie en worden dan Fermionen genoemd. Het uitsluitingsprincipe van Pauli verklaard waarom atomen stabiel en 'sterk' zijn. Als twee elektronen onder 'normale' omstandigheden zomaar zouden kunnen binden tot een cooper-paar dan kon een willekeurig element zomaar van eigenschappen veranderen. Aangezien het voornamelijk de elektronenconfiguratie is die daar voor verantwoordelijk is.
Dit in tegenstelling dus tot deeltjes van de Boson groep die voornamelijk de dragers zijn van krachten zoals de EM straling en die geen fysieke ruimte 'claimen'.
Als je echter vrije elektronen sterk afkoelt, is de potentiële energie lager dan de z.g.n. Fermi-energie en omdat elektronen elementaire deeltjes zijn en dus niet opgebouwd zijn uit quarks zoals b.v. protonen kunnen elektronen onder die omstandigheden dicht genoeg bij elkaar komen om fysiek gebonden te zijn. Als gevolg daarvan ontstaat er een 'quasi deeltje' waarbij de twee halve spins van de elektronen samen de waarde 1 krijgen waardoor dit cooper-paar zich gedraagt als een boson. Maar het is nog steeds zo dat er een ruimte is tussen de elektronen
in het cooper-paar zoals je in
deze link kunt lezen. (Het uitsluitingsprincipe van Pauli is dus geen geweld aangedaan).
Dus hoewel een cooper-
paar zich gedraagt als een boson en meerdere paren dus de zelfde ruimte kunnen innemen geldt dat nog steeds niet voor de twee elektronen in dat paar. Een Cooper-paar is dus een quasi-deeltje bestaande uit twee elektronen dat zich gedraagt als een boson omdat het een collectieve spin van 1 heeft gekregen. De bindingsenergie echter is zeer zwak zodat een lichte temperatuurstijging het paar al doet verdwijnen.