Het blijft jammer dat er veel experimenten gedaan zijn die zeggen dat deze overeenkomen met het experiment bedacht door Einstein samen met Podolsky en Rosen.
De EPR pardox https://en.wikipedia.org/wiki/EPR_paradox
Toch is dat volgens mij niet waar. Ten eerste omdat er altijd gebruik wordt gemaakt van fotonen in plaats van elektronen en ten tweede dat de Bell ongelijkheid wordt gebruikt om te bewijzen dat Einstein e.a. ongelijk heeft.
In al deze experimenten mist iets.
De zwakheid van de Belltest is te zien in
https://en.wikipedia.org/wiki/Bell_test_experimentsof in
https://en.wikipedia.org/wiki/Bell's_theorem
Het lijkt allemaal zeer juist als je dit leest. Waar zit dan de fout ?
Laat ik eerst het EPR experiment eens herhalen in het kort.
Hiermee wil Einstein laten zien dat de Q.M niet volledig is. Twee verstrengelde elektronen komen tegengesteld uit 1 punt met tegengestelde spin en tegengestelde snelheid. Als we de plaats van de ene meten weten we ook de plaats van de tweede. Hiervan zouden we de impuls kunnen meten wat volgens Q.M niet mogelijk is.
De latere experimenten hebben het alleen over de spin van beide elektronen. Niet geheel in overeenstemming met het oorspronkelijke experiment.
Als je het over de spin meting hebt, is het heel logisch dat deze gemeten worden in dezelfde richting. Zo vindt je altijd bij de ene een spin + en bij de andere een spin -.
In feite geheel in overeenstemming met EPR. Waarom vindt iedereen dan dat Einstein ongelijk heeft. ??
Dit begint met de spin meting en met Bell.
Bell bedacht dat het beter was de spin in een andere richting te meten.
Oke lijkt het. Tenminste en dat zal heel belangrijk blijken, ALS je een ideale detector hebt !!
Als deze dector niet ideaal is zal er bijna geen goede meting uitkomen als de meetrichting bijna loodrecht op de spin staat. Deze detector zal HEEL misschien iets detecteren.
Dit aspect wordt in alle experimenten ALTIJD vergeten. Ook als het met fotonen gaat.
Daar gaat Bell met zijn vergelijking in de fout. Deze wordt nergens vermeld. Als je deze wel meerekent dan is een cosinusfuntie veel meer voor de hand liggend dan een rechte lijn zoals Bell in zijn ongelijkheid suggereert.