Een kwantumcomputer maakt gebruik van verstrengeling en superpositie. Maar hoe kan superpositie ervoor zorgen dat berekeningen sneller kunnen worden uitgevoerd. Zo kan een deeltje bijvoorbeeld de <i>spin</i> hiervan (normaal maar één mogelijke waarde) alle mogelijke waarden <i>tegelijkertijd</i> kan aannemen.
Maar hoe kan een mogelijke waarde toch effect hebben voor de capaciteit, want om met die bepaalde waarde te kunnen werken moet er toch uiteindelijk een waarde worden toegekend aan dat deeltje. Daarbij verdwijnen dan toch alle andere mogelijke waarde zodat er toch maar één klassieke waarde overblijft. Misschien dat de velewerelden theorie hier nog wel wat mee kan al zal die uitkomsten dan in een andere wereld pas bekend zijn en dus toch ook hier onbereikbaar?