Als Nederlands staatsburger heeft men het recht in vreemde krijgsdienst treden. Soms is dit zelfs onvermijdelijk als iemand ook een andere dan de Nederlandse nationaliteit heeft, bijv. iemand die naast de Nederlandse ook de Israëlische of Turkse nationaliteit heeft, landen waar dienstplicht bestaat.
In artikel 15, lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap uit 1984 staat dan ook dat verlies van Nederlanderschap door vreemde krijgsdienst mogelijk is indien er tevens handelingen tegen de Nederlandse staat plaats hadden.
"Het Nederlanderschap gaat voor een meerderjarige verloren:
e. indien hij zich vrijwillig in vreemde krijgsdienst begeeft van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk dan wel tegen een bondgenootschap waarvan het Koninkrijk lid is."
Voor wat betreft de jihadstrijders is niet helder of er sprake is van dienst in een vreemde krijgsmacht. Het gaat hier om terroristische bewegingen die volgens de Nederlandse staat daadwerkelijk dienen te worden bestreden. Het paspoort kan vervallen worden verklaard als men gegronde vermoedens heeft dat iemand de intentie heeft om naar jihadgebieden (artikel 23 van de Paspoortwet) te gaan.
De Rijkswet op het Nederlanderschap maakt het mogelijk het Nederlanderschap in te trekken als er sprake is van een onherroepelijke veroordeling wegens een terroristisch misdrijf. Voorwaarde is dat de betrokken persoon naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere nationaliteit bezit. Intrekking is niet mogelijk als staatloosheid daarvan het gevolg is. Voorwaarde is eveneens dat het misdrijf na 1 oktober 2010 is gepleegd. Na het intrekken van het Nederlanderschap, wordt betrokkene ongewenst vreemdeling verklaard en uitgezet.
Bron: Open brief Ministerie BUZA m.b.t. dienst nemen in vreemde krijgsmacht Israel
Rijkswet op het Nederlanderschap: zie
hier
Contra principia negantem disputari non potest.