Dag allemaal,
Ik begrijp iets nog niet helemaal over het "slip mechanisme" hoe plastische deformatie ontstaat.
Ik begrijp wel dat dislocaties ervoor zorgen dat een materiaal gaat plastisch vervormen en dat dit altijd in het vlak en de richting is waarin de atomen het dichste op elkaar zitten.
Bij een FCC kristal heb je zo 12 slip systemen (4 dichtste vlakken en 3 dichtste richtingen = 3*4 = 12). Een metaal met een FCC kristalstructuur zal dus ductiel zijn en goed plastisch vervormen. De dichtste vlakken zitten in de [111] familie.
Bij een BCC kristal is dit de [110] familie. Toch begrijp ik dit niet bij de BCC kristal. Bij de FCC kristal kan je de oorsprong van je assenstelsel telkens in een ander punt zetten en dan krijg je 4 keer een ander (maar gelijkaardig) vlak.
Als ik bij de BCC kristal mijn oorsprong zet achteraan in de kubus en ik zet mijn coordinaten uit krijg ik niet de vorm die ze tonen op de afbeeldingen? Hoe werkt dit? Of wat doe ik fout?
Alvast bedankt!