@BenM: Uiteraard vallen er meer kleine dan grote stukjes, ik vraag me af hoe vaak de kleine gezien worden.
Het is heel lastig er betrouwbare gegevens over te vinden, er worden allerhande vaak tegenstrijdige cijfers genoemd zonder goede onderbouwing. Misschien is er wat ruw schatwerk mogelijk:
Volgens Wikipedia zijn er meer dan 170 miljoen stukjes ruimteafval kleiner dan 1 cm in een omloopbaan. Als we even for argument's sake aannemen dat deze bij re-entry allemaal als meteoor zichtbaar zouden zijn, dan is het een kwestie van inschatten hoeveel van deze stukjes er jaarlijks terugvallen.
- osohtdst 5361 keer bekeken
De piek van het ruimtepuin bevindt zich op ongeveer 800 km hoogte (mede te danken aan die door China vernietigde satelliet en de botsing tussen een Iridium en Cosmos satelliet). Tot deze hoogte is de terugvaltijd maanden tot enkele decaden, en er boven decaden tot heel veel eeuwen.
Laten we van die 800 km uitgaan, een vrij lage gemiddelde re-entry duur nemen van 10 jaar, en er vanuit gaan dat het puin aangevuld wordt. Dan zouden er ieder jaar 17 miljoen stukjes terugvallen, die dan resulteren in 17 miljoen kunstmatige meteoren per jaar.
Het aantal in principe zichtbare (tot magnitude 4) natuurlijke meteoren wordt volgens aangehecht paper geschat op 24 miljoen per dag, 8,7 miljard per jaar. Ruwweg 1 op de 500 zwakke meteoren zou dan van kunstmatige oorsprong zijn. Als dit giswerk een beetje klopt is de kans dat iemand als ik, die toch vrij regelmatig naar de nachtelijke hemel kijkt, ooit een kunstmatige meteoor gezien heeft behoorlijk klein.
De vraag is ook óf die kleine stukjes ruimtepuin (zeg eens tot tien gram) wel zichtbaar zijn bij een gemiddelde re-entry snelheid van 8 km/s. Voor staal is een verdampingsenergie van 6.000.000 J/kg nodig, en daar komt natuurlijk de smeltenergie en energie voor temperatuurtoename tot pakweg 1500 graden bij. De kinetische energie bij 8 km/s is bij staal pakweg 4,5 keer meer dan er nodig is om van nul graden naar volledige verdamping te gaan.
Dat lijkt dus ruim voldoende, maar onderweg wordt er veel energie uitgestraald en door de atmosfeer opgenomen. Hoe langer de weg door de atmosfeer is en duurt (hoe kleiner de hoek van inval is, hetgeen mij hier van toepassing lijkt), hoe minder heet het voorwerp wordt. Een heel lastig sommetje, er zullen vast wel modellen voor zijn. Op voorhand durf ik er bij kleine stukjes metaal niet veel over te zeggen.
(Oud!) paper: