Warmteleer

[Hisko Dijkstra]

Goede avond, 

Ik had een vraagde over hoe je deze vraagstelling kan oplossen. Ikzelf kom er namelijk geen stap in vooruit ;
 
In een pijpenkoeier koelen we 400 kg lucht per uur van 90ºC naar 40ºC.

Door de pijpen van de warmtewisselaar stroomt koelwater in tegenstroom met de lucht.
Het koelwater stijgt in temperatuur van 15ºC naar 25ºC.

De pijpen koeler bestaat uit messing pijpen met een lengte van 1.10 meter, een uitwendige diameter van 25mm en een wanddikte van 2,0mm.

De warmteoverdrachtscoëfficiënt aan de waterzijde is 1500 W/(m2•K)
De warmteoverdrachtscoëfficiënt aan de luchtzijde is 200 W/(m2•K)
 
de vragen ;
a. hoeveel koelwater is er per uur nodig ? 
b. hoeveel pijpen moet de koeler bevatten ? 
c. wat is de snelheid van het koelwater in de pijpen ? 
 
Ik vraag om hulp, want snap niet hoe of waar ik moet beginnen.
 
Mvg
Hisko

[Jan van de Velde]

a) is de makkelijkste. Stomweg Q=m·c·ΔT , dat geeft je de warmte Q die 400 kg lucht afstaat, en daarmee tevens de warmte die het water opneemt. Hetzelfde verband gebruik je nu om de benodigde hoeveelheid water per uur te berekenen. 
 
Lukt dat, zo niet, waarop loop je vast?