Professor Puntje schreef:
Einstein beschouwde het inzicht dat gelijktijdigheid waarnemer-afhankelijk is als cruciaal voor zijn SRT. Als er een absolute (waarnemer-onafhankelijke) manier bestaat om de gelijktijdigheid van gebeurtenissen te definiëren dan kun je uit de ruimtetijd op een absolute (waarnemer-onafhankelijke) manier plakjes van gebeurtenissen in de ruimte snijden die in absolute zin gelijktijdig plaatsvinden. Dat is dan in strijd met de aanname dat alle inertiaalstelsels fysisch gelijkwaardig zijn (één van de postulaten van de SRT). Immers zijn dan die inertiaalstelsels waarin de gelijktijdigheid overeenstemt met de absolute gelijktijdigheid beter in overeenstemming met de fysische werkelijkheid dan alle andere inertiaalstelsels.
Tenzij ik het verkeerd begrijp beweert men dat verstrengelde deeltjes onmiddellijk op metingen aan één van de deeltjes reageren. Dit effect zou dan in een definitie van absolute (waarnemer-onafhankelijke) gelijktijdigheid kunnen worden gebruikt.
De gelijktijdigheid wordt in de SRT als volgt relatief omschreven.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gelijktijdigheid
Laat ik eerst het voorbeeld van de bal nemen die stuitert in een relatief bewegende trein als niemand je erop wijst dan zie je als beschouwer van buitenaf dat deze bal ten opzichte van de trein gewoon een rechte lijn maakt. Zo zag ik het de eerste keer maar dan gaat men relativeren en men speelt de film vertraagd af en je ziet dat de bal een langere weg aflegt ten opzichte van het spoor. Men zegt dus de beschouwer van buitenaf ziet dat de bal een langere weg aflegt, dit klopt helemaal als je erop gewezen wordt maar men relativeert het tot deze ene gebeurtenis en vergeet dat men het ook gewoon zoals de reiziger in de trein kan zien namelijk gewoon als een rechtlijnige beweging ten opzichte van de trein. Dus dat je het op
twee manieren kunt zien.
In een andere topic schreef ik reeds dat een treinreiziger het ook op twee manieren kan zien door gewoon de bodem van glas te maken. Als beide beschouwers het op beide manieren kunnen zien vervalt de relativiteit het is dan immers beide en gelijktijdig tenminste zo zie ik het.
Hetzelfde geldt voor het licht in de trein zoals beschreven in de link ook hier kun je het als beschouwer van buitenaf op twee manieren bekijken. Zie je de trein bewegen tegen een stilstaande achtergrond dan zie je dat het licht de achterkant het eerst raakt en zie je vervolgens de trein stilstaan tegen een bewegende achtergrond dan raakt het licht gelijktijdig de voor- en achterkant, de trein staat immers in de waarneming stil en de achtergrond beweegt. Denk maar aan een bal als men deze volgt met een camera, de bal staat dan stil en de achtergrond beweegt.
Dat de trein in onze waarneming stilstaat komt omdat we deze doorgaans volgen met onze ogen en daardoor beweegt de achtergrond en niet de trein.
Hetzelfde geldt ook voor de waarnemer in de trein ook deze kan het op twee manieren bekijken door gewoon de trein van glas te maken, richt deze de aandacht op het glas dan raakt het licht de voor- en achterkant gelijktijdig maar richt deze de aandacht op de bewegende achtergrond dan neemt deze waar dat de achterkant van de trein het licht eerst raakt. Het is dus beide gelijktijdig hoewel dit laatste moeilijker voor te stellen is.
Het is dus letterlijk "het ligt eraan hoe je het bekijkt"
We weten reeds lang dat onze realiteit beperkt wordt omdat we deze namelijk waarnemen als een projectie van licht en dat er meer is weten we ook en dat bevindt zich achter deze projectie.
Dat door kwantumverstengeling er in ieder geval iets is dat hiervoor een aanwijzing zou kunnen vormen want hoe dit werkt weet nog niemand is op z'n minst boeiend te noemen.