Overzicht
Misschien duizelt je het nu een beetje van al die versnellers, snelheden en energieniveaus. Daarom hier eerst nog een beknopt overzicht van de belangrijkste onderdelen en parameters:
Naam | hoofdtaken | buislengte meter | eindenergie elektronvolt | eindsnelheid m per s | snelheidswinst m per s | eindsnelheid percentage van c | gamma |
Injector | ioniseren, versnellen | 0,5 | 90.000 | 4.000.000 | 4.000.000 | 0,013 | 1,0 |
RFQ | partitioneren, versnellen, focusseren | 2 | 750.000 | 12.500.000 | 8.500.000 | 4 | 1,0 |
Linac2 | versnellen | 30 | 50.000.000 | 93.000.000 | 84.500.000 | 31 | 1,1 |
PSB | versnellen | 160 | 1.400.000.000 | 273.000.000 | 180.000.000 | 91 | 2,4 |
PS | versnellen, partitioneren | 628 | 25.000.000.000 | 299.582.603 | 26.582.603 | 99,93 | 26,7 |
SPS | versnellen | 6.912 | 450.000.000.000 | 299.791.858 | 209.255 | 99,9998 | 500,0 |
LHC | versnellen, focusseren, botsen | 26.659 | 7.000.000.000.000 | 299.792.455 | 597 | 99,9999991 | 7454,0 |
E=mc2 en Elektronvolt
Einstein vertelt ons met deze (vereenvoudigde) formule dat energie en massa twee kanten van dezelfde medaille zijn, en via de omrekeningsfactor c
2(ruwweg 9.10
16 m
2/s
2) in elkaar om te zetten zijn. E is de energie in Joule, m de massa in kg en c de lichtsnelheid in m/s door de ruimte in vacuüm.
Zo is de energie-inhoud van een kg materie dus gelijk aan ruwweg 9.10
16 Joule (een Joule is een Watt gedurende 1 seconde). M.a.w. zouden we een kilo materie (maakt niet uit wat) helemaal om kunnen zetten in energie, dan krijgen we ruwweg 9.10
16 / 3600 = 25.000.000.000.000 Wattuur oftewel 25 Terawattuur. Slechts 34 kg materie geheel in energie omzetten is genoeg om alles in Nederland een jaar lang van de benodigde energie te voorzien.
De maten waarmee wij gewend zijn te meten; kg voor massa en Joule voor energie zijn onhandig groot voor deeltjesfysici. Zo weegt een proton 1,673 x 10
−27 kg, een onpraktisch getal. Hetzelfde gaat op voor energie; een Joule is een onhandig grote maat voor de energie van deeltjes.
Een veel handiger maat is de elektronvolt (eV). Een eV is de toename in kinetische energie van een deeltje dat in vacuüm door een elektrisch veld van 1 volt reist, en dat levert een minieme energie op: 1 eV = 1,602 × 10
-19 Joule.
Aangezien massa en energie in elkaar uit te drukken zijn, kun je een eV ook een massa toekennen door eV/c
2 uit te rekenen. Een eV is (1,602 × 10
-19/ 9.10
16) = 1,783 × 10
-36 kg. Met de maat elektronvolt kunnen we dus zowel de energie als de massa van een deeltje beschrijven.
Een proton bijvoorbeeld, heeft in rust een energie-equivalent van 1,673 × 10
−27 kg / 1,783 × 10
-36 kg/eV = 938.000.000 eV, oftewel 938 MeV. En de rustmassa van een elektron is ongeveer 0,511 MeV. Het proton is in rust dus bijna 1900 keer zwaarder.
Omdat we bij deeltjesversnellers met enorme snelheden te maken hebben, is het de bewegingsenergie (kinetische energie) die heel belangrijk wordt, en die energie kan dus worden uitgedrukt in eV. In de tabel hierboven kun je de energie van een proton per versneller aflezen. De LHC levert dus protonen af met een energie van 7.000.000.000.000 eV oftewel 7 TeV (Tera=10
12).
Gamma (Lorentzfactor)
De meesten onder ons kennen de klassieke (Newton) formule voor de kinetische energie van een massa wel: E
k=0,5mv
2 .
Zo zou je kinetische energie van een proton in de LHC (zie de tabel) kunnen berekenen met 0,5 * 1,673 x 10
−27 kg * (299.792.455 m/s)
2= 7,518 x 10
-11 kgm
2/s
2(Joule), oftewel 469.200.000 eV (0,000469 TeV). Maar dat is maar liefst 15.000 keer minder dan de 7 TeV die in de tabel staat. Hier klopt dus iets niet.
De wetten van Newton gaan niet meer op als we het over enorme snelheden hebben. De relativiteitstheorie van Einstein leert ons dat bij zeer hoge snelheden er relativistische effecten optreden. Een t.o.v. ons snel reizende klok loopt langzamer dan de onze, de lengte van een voorwerp krimpt in de bewegingsrichting, en massa's nemen relatief t.o.v. ons toe. Dat doen ze allemaal met dezelfde zogenoemde Lorentzfactor, waarvoor de Griekse letter gamma (γ) wordt gebruikt. Wat geldt voor tijddilatatie en lengtecontractie geldt ook voor relativistische massa. Er kan bij een bepaalde snelheid maar een waarde voor gamma zijn die exact voor alle drie de verschijnselen geldt, dat zit in de formules besloten. Vind je de juiste waarde van gamma bij een bepaalde snelheid op grond van metingen aan bijvoorbeeld de tijddilatatie, dan geldt dezelfde waarde voor de realtieve massatoename, of andersom.
Er verschijnen op dit forum weleens topics van mensen die de relativiteitstheorie in twijfel trekken en vaak wordt dan gamma in twijfel getrokken; krimpen voorwerpen nu wel echt met gamma in de bewegingsrichting? Lopen klokken werkelijk met de factor gamma trager? Bewijzen voor de juistheid van γ zijn vaak lastig met eenvoudige middelen te leveren (het gps systeem wordt vaak gebruikt als voorbeeld voor tijddilatatie).
Maar als er ergens een opvallend en tamelijk onomstotelijk praktisch bewijs gevonden kan worden voor de juistheid van de relativiteitstheorie dan is het wel in Cern. Zou Einstein ongelijk hebben gehad, dan zou de kinetische energie van een proton in de LHC overeenkomstig de bovenstaande berekening conform Newton moeten zijn, en heeft Einstein gelijk dan is die energie een whopping 15.000 keer groter, en dat moet toch bepaald merkbaar zijn in de praktijk.
De energie van een snel proton
De correcte formule voor de kinetische energie van zeer snelle massa's is E
k=m.c
2.(γ-1) terwijl gamma wordt bekend met: γ=1/√(1-v
2), met v uitgedrukt als fractie van de lichtsnelheid. Bij een deeltje met een snelheid van 0,999999991 c kunnen we dus gamma berekenen op 7454.
De kinetische energie van een proton met 1,673 x 10
−27 kg massa en een v van 0,999999991 c wordt als we dit uitrekenen 0,00000112064 J. Omgerekend in eV wordt dit 6.995.294.000.000 eV, zeg maar 7 TeV zoals in de tabel staat.
Stel nu dat we de protonen in de LHC slechts 2 meter per seconde sneller willen laten gaan. Dan wordt gamma al 14.600 en de kinetische energie van het proton verdubbelt tot 14 GeV. Voor twee luizige meters per seconde snelheidswinst hebben we de dubbele energie nodig. Doen we er nog een stapje bovenop, en geven de protonen nog een halve meter per seconde meer vaart, dan kost dat extra slakkengangetje weer het dubbele aan energie, 28 GeV. Hoe dichter we bij de lichtsnelheid komen hoe meer energie er nodig is voor steeds minder snelheidswinst, tot aan een vrijwel oneindige hoeveelheid vlak onder de lichtsnelheid.
Reken maar na. Snelheid is dus voor deeltjesfysici een onhandig begrip, want ook als die nauwelijks wijzigt kan de bewegingsenergie zo dicht bij de lichtsnelheid enorm veranderen. Met eV is het veel makkelijker werken in de praktijk.
En nu naar die beam dump van Cern om te zien of de theorie klopt.
Beam dump
Deze bestaat uit een staaf grafiet van 70*70*700 cm met een gewicht van ruim 7 ton waaromheen 750 ton massief ijzer en beton is gestapeld. Deze beam dump is het enige object binnen Cern dat de energie van de protonennaalden zonder schade kan absorberen. De dump wordt zoals eerder is beschreven gebruikt om verouderde pakketjes (te lage luminositeit) te absorberen, maar wordt ook in noodsituaties geactiveerd. Zodra een van de vele sensoren een reeks pakketjes detecteert dat zich door welke oorzaak dan ook buiten het hart van de straalbuis dreigt te begeven wordt een inmiddels bekend systeem van septum en kickermagneten geactiveerd dat de straal richting de dump stuurt, zie ook het schemaatje hieronder.
![beamdump](./download/file.php?id=23313&sid=50f33fcbb75bb0db342001160c57c1be)
- beamdump 6139 keer bekeken
![beamdump2](./download/file.php?id=23314&sid=50f33fcbb75bb0db342001160c57c1be)
- beamdump2 6139 keer bekeken
Een van beide beam dumps en het schema. Bron: Cern
Enorm veel energie
1 proton heeft bij 7 TeV dus een kinetische energie van 0,00000112064 J. In ieder naaldje zitten 115 miljard protonen, dus ieder naaldje heeft een E
k van 128.843 J. Er zitten 2808 naaldjes in een buis. De energie die door de beam dump in een tiende milliseconde moet worden geabsorbeerd is dus een whoppping 360 Mega Joule (MJ).
Om dit wat in perspectief te zetten het volgende:
De massa van een 80 meter lange Intercity trein is 144 ton en zo'n trein heeft een maximale snelheid van 140 km/u. De kinetische energie van zo'n trein is klassiek met 0,5mv
2 te berekenen op 108 MJ.
M.a.w. een beam dump krijgt de kinetische energie van bijna 3,5 intercity treinen die 140 km/u rijden te verwerken, en beide dumps bij elkaar absorberen dus bijna de bewegingsenergie van 7 intercitytreinen op topsnelheid.
Dat is een ontzagwekkende hoeveelheid, en de kop van de watergekoelde beam dump wordt dan ook in een fractie van een seconde 800 graden. De energie van de naaldjes is zo intens dat een aparte set van kickermagneten de naaldjes spiraalvormig tijdens de dump razendsnel over de kop van de grafietstaaf moet 'schrijven' om een vernietigend brandpunt te vermijden.
![zinkplatte](./download/file.php?id=23343&sid=50f33fcbb75bb0db342001160c57c1be)
- zinkplatte 6139 keer bekeken
Dit is het effect van slechts 5 protonennaaldjes op 7 TeV. Een plaat metaal van 20 cm dik wordt doorboord.
Een uitgebroken straal van 2808 naaldjes zou niet alleen de buis, maar ook instrumenten er om heen vernietigen. Bron: Cern
Van heel weinig materie
Nog even terug naar het aantal protonen: 115 miljard per naaldje * 2 * 2808 naaldjes = 6,458.10
14 protonen in totaal. Dat lijkt een groot aantal. Maar als je het aantal protonen in een mm
3 waterstofgas bij 1 bar uitrekent, dan blijkt dat ruim 80 keer zo hoog te liggen, en dan is waterstofgas nog het lichtste gas dat er bestaat. De inhoud van een belletje waterstofgas kleiner dan de punt aan het einde van deze zin, knalt met het geweld van een frontale botsing tussen 7 intercity treinen en een bergwand de beamdumps in. Indrukwekkend!
Herinner je je dat armetierige flesje waterstof waar alles mee begon nog? Dat blijkt dus een ernstig oversized flesje te zijn. De inhoud ervan is genoeg om Cern een paar miljoen jaar te laten draaien. Voor de zekerheid wordt het ieder jaar vervangen (en komt volgens de leverancier altijd vol terug).
Zoals eerder gezegd, bij de beam dump wil je niet zijn. Het kan ook niet. De toegang tot de LHC tunnel en de dump is, als de LHC in gebruik is, verzegeld. Alleen specialisten worden pas nadat de LHC is uitgeschakeld, en het stralingsniveau voldoende is gedaald, na controle door een irisscanner toegelaten.
En Einstein?
Het is hiermee denk ik wel duidelijk dat hij gelijk heeft met zijn theorie die in de formules gebruik maakt van de Lorentzfactor. Zou de kinetische energie berekend conform Newton geldig zijn, dan zou een dump slechts 24 KJ leveren. Dat is een hoeveelheid energie waarmee je een pannetje water 5 graden warmer kan stoken. In plaats daarvan komt er per beam een hoeveelheid energie vrij die groot genoeg is om ruim een ton goud te laten smelten. Nergens kan je de juistheid van de relativiteitstheorie zo overduidelijk vaststellen als bij de beam dump van de Large Hadron Collider.