Volgende vraag komt uit de Vlaamse Wiskunde Olympiade van 1995-1996.
Het correcte antwoord moet D zijn. Ik heb echter geen flauw idee hoe je hieraan zou beginnen... Zou iemand misschien een hint kunnen geven?
Alvast bedankt!
Je gebruikt een onjuiste term congruent.MathBoy schreef: Ik denk dat amb = q en mab = p doordat je weet dat p + q = 90°
Nu weet je dat ▲abm congruent is met ▲mcd. Je weet dus bijgevolg dat zijde |ab| = |mc| . x (x = vergrotingsfactor)
Nu zit ik vast en ik denk dat ik weer in de foute richting aan het denken ben...
PS.
Ik druk de hoekpunten normaal ook altijd uit met hoofdletters, maar ik denk dat de wedstrijd organisators dit bewust doen om extra verwarring te scheppen.