mathfreak schreef:
Als a een reëel getal is kan √a alleen maar bestaan als a positief of nul is. Daaruit volgt dat √a zelf ook positief of nul is. Wil je aan √-1 toch een betekenis toekennen, dan kan dat door √-1 = a+bi te stellen, waarbij i gedefinieerd is door i² = -1. Door kwadrateren vinden we dan dat a²-b²+2abi = -1. Hieruit volgt dat a²-b² = -1 en ab = 0, dus a = 0 of b = 0. Omdat a en b reële getallen zijn kan alleen aan a = 0 worden voldaan, wat betekent dat b² = 1, dus b = 1 of b = -1, dus √-1 = i of √-1 = -i. Dat betekent dus dat de wortel uit een negatief getal geen eenduidige waarde heeft. Dat is dan ook de reden dat √a uitsluitend gedefinieerd is als a positief of nul is.
Dat laatste is volgens mij onjuist.
Immers die niet eenduidigheid treed ook op bij wortels uit positieve getallen.
Dat is opgelost door te bepalen dat met de wortel de positieve (de grootste) waarde wordt bedoeld.
Dit gaat echte met complexe waarden niet op, daar bestaat namelijk het groter/kleiner begrip niet.
Rekenregels worden daardoor volkomen ondoorzichtig dus is het wortelteken afgeschaft.
PS.
In oude boeken van een eeuw terug zie je nog wel eens wortels uit niet positieve staan.
Labato doet dat bijvoorbeeld.
In de wiskunde zijn er geen Koninklijke wegen Majesteit.