Als er niets in de weg is dan is op licht de kwadraten wet van toepassing.
Dat betekent dat de hoeveelheid energie per oppervlakte blijft afnemen.
Als we nu eens de onderstelling maken dat hoever licht kan komen onbegrensd is, dat treed er iets eigenaardigs op:
Het licht komt in de buurt van de Planck eenheden, van afstand en energie.
Dus ergens is een soort punt waar een energie hoeveelheid van licht zich niet meer kan splitsen en dus ook niet meer verdelen.
In principe betekent dat de homogeniteit moet worden doorbroken.
Dit alles zal stellig op een domme denkfout van mij berusten.
(Met als excuus dat het mijn vakgebied niet is)
Maar misschien kan toch iemand er zijn licht over doen schijnen.