newby
Artikelen: 0
Berichten: 41
Lid geworden op: vr 13 aug 2010, 13:51

Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

observer-0nasa
observer-0nasa 1002 keer bekeken
 
<i>De strekking van dit betoog is dat ik meen aan te kunnen tonen dat de oneindige traagheid, ofwel de oneindige energie die nodig is om materie tot aan lichtsnelheid op te stuwen niet reel is. Wellicht maken </i><i>de onderstaande berekeningen dat afdoende inzichtelijk. Voor ik daaraan begin wil ik eerst even de tijd apart nemen.</i>
 
<i>-Tijd.</i>
 
Gedurende een baan om de zon beschrijft ieder punt op aarde een uniek pad door de ruimte. In de oudheid werden de paden vergeleken gebruikmakend van lengteverschillen tussen de schaduwen die het zonlicht schetste. Zelfs zonder kennis van het onderliggende fenomeen was de definitie van tijd verweven met de gebogen vormen van hemellichamen en hun banen. Tijd heeft dus een natuurlijke asymmetrische grondslag.
 
Klokken verbeelden daarentegen een-dimensionale absolute tijd. Absolute tijd is gebaseerd op politieke overeenkomsten om infrastructuur en handel wereldwijd af te kunnen stemmen, maar het heeft geen werkelijke fysische dan wel natuurlijke autoriteit. 
 
 
<i>-Experiment</i>
 
De Speciale Relativiteitstheorie is verweven met het begrip waarneming. Helaas gaf Einstein geen nadere omschrijving van zijn definitie van waarneming. Stel dat waarneming de interactiviteit van twee gebeurtenissen betreft en dat de verandering van de waargenomen gebeurtenis de verandering van de waarnemende gebeurtenis teweegbrengt. Om die verandering mogelijk te maken moeten zowel de waarnemende als de waargenomen gebeurtenis een zekere eigen afmeting hebben.
 
In zijn gedachte-experimenten gebruikte Einstein systemen van klokken en waarnemers daarvan, die onderling de tijd communiceren. In de geometrische voorstelling van die experimenten zijn zowel de klokken als de waarnemers ontdaan van eigenschappen en teruggebracht tot punten op onderling bewegende coördinatenstelsels. Echter puntvormige elementen ontberen niet alleen de eigen dimensies die noodzakelijk zijn voor de natuurlijke asymmetrie van tijd, het gebrek aan eigenschappen maakt bovendien de onderlinge waarneming en dus de interactie onmogelijk.
 
In de lijn van mijn concept heb ik het relativistisch experiment van Einstein tegen de voorgestelde asymmetrie van de tijd gehouden. De puntvormige klokken en waarnemers zijn vervangen door elementen die wel een eigen afmeting hebben; een zekere natuurlijke reikwijdte. Omdat gelijktijdigheid zodoende is teruggebracht tot twee elkaar overlappende gebeurtenissen, maakt dit de klokken meteen overbodig.
 
De radius van overlappende reikwijdtes is vergelijkbaar met die van twee zwaartekrachtsvelden. De interactie van twee massa's vindt gelijktijdig plaats binnen de gezamenlijke reikwijdte van hun gravitatie.
 
 
 
 
observer-newton-c
observer-newton-c 1000 keer bekeken
 
<i>Kepler en Newton.</i>
 
Laten we even stil staan bij Kepler's waarneming van het zonnestelsel en bij Newton's interpretatie van die waarnemingen. Op zoek naar een ordening op grond van euclidische lichamen ontdekte Kepler dat de planeten in elliptische banen om de zon bewegen. Newton verklaarde deze ellipsen met zwaartekracht en formuleerde zijn gravitatiewet.
newton f
newton f 1000 keer bekeken
 
<i>NL-Sneller dan licht.</i>
 
observer-00
observer-00 1000 keer bekeken
De amandelvormige doorsnijding maakt het eenvoudig om<i> </i>E=m.c² te verkennen. Aangezien het hier een reikwijdte betreft kunnen we ook volstaan met het verbinden van de hoek en snijpunten van beide cirkels. Er ontstaat dan een vierhoek, in dit geval een ruit. De geometrie van de vierhoek is direct verbonden met de Lorentz transformatie; de bouwsteen van de Speciale Relativiteitstheorie.
 
De Lorentz Transformatie
 
lorentztrans
lorentztrans 1000 keer bekeken
 
De relativistische formula voor kinetische energie is: E kin= m.c² (γ-1)
 
Als<b> v</b> = <b>c </b>
 
E kin= m.c² (1/0-1)
 
E kin= m.c² (∞-1)
 
De formule laat zien dat er een (∞-1) hoeveelheid energie nodig is om <b>m </b>tot aan de lichtsnelheid te versnellen. Met andere woorden: Niets kan sneller reizen dan het licht. De merkwaardige (∞-1) is de wiskundige uitkomst maar het is de grote vraag of die correspondeert met de natuurlijke realiteit.
observer-01
observer-01 1000 keer bekeken
 
Zodra de cirkels bewegen verandert de vorm van de paarse doorsnijding. In de lijn van Einstein: <b>c</b> is constant, <b>v</b> en <b>f </b>zijn variabelen.
 
t1 lorentz
t1 lorentz 1000 keer bekeken
The Lorentz-Transformation is:  <b><i>γ</i></b><b>= c/f </b>
 
<i> </i>Tot aan hier is slechts de helft van de contractie berekend. Gespiegeld over de as van beweging, produceert het hele systeem tweemaal die uitkomst. De klassieke formule voor kinetische energie is E=1/2mv². Wanneer <b>v</b> door <b>c</b> is vervangen beschrijft de de formule de bovengrens van de beweging als  E=1/2mv²m.c².  Vermenigvuldigd met <b>2</b><b>(<i>γ</i>-1) </b>wordt E= m.c² <b>(<i>γ</i>-1).</b>
 

<b><i>Een nieuwe benadering van de ellips.</i></b>
 
In 2013 heb ik een nieuwe methode ontdekt om een ellips te construeren en wel met behulp van twee gelijke cirkels. (Wikipedia of het overige internet beschrijft deze methode voor over ik na kon vorsen niet). (Is iemand mij voor geweest reageer dan aub. )
 
<b>De volgende regelmatigheid is op de ellips van toepassing.</b>
 
<b><i>-De brandpunten delen de snijpunten van twee cirkels.</i></b>
<b><i>-waarvan de diameter overeenkomt met de lange as van de ellips, </i></b>
<b><i>-terwijl de middelpunten zich op de uiteinden van de korte as bevinden.</i></b>
 
Beide brandpunten kunnen ook worden ingenomen door de middelpunten van een tweede stel cirkels met dezelfde diameter, zodat een tegenoverliggende ellips kan worden beschreven. 
 
grafiek ellips movie zonder tekst
grafiek ellips movie zonder tekst 1000 keer bekeken
 
<i>- Kepler, Newton, Lorentz en Einstein’s geometrisch gelinkt.</i>
 
De onderstaande figuur linkt Kepler aan de voorgaande figuur.
observer-03
observer-03 1000 keer bekeken
Teneinde gelijktijdig met de beweging te blijven moet een statische observer <b>o</b> een eigen dimensie hebben die zich verhoudt tot de snelheid <b>v</b>.
observer-1
observer-1 1000 keer bekeken
De minimale "hoogte" van de waarnemer is dan <b>a </b>in de gele cirkel.
observer-2
observer-2 1000 keer bekeken
observer-1
observer-1 1000 keer bekeken
observer-3
observer-3 1000 keer bekeken
NL-Alhoewel Einstein als uitgangspunt voor SR twee parallelle eenparig bewegende coördinatenstelsels gebruikte, laat deze geometrie zien dat elke uniforme beweging een dimensionale contractie veroorzaakt relatief is aan de positie van een gelijktijdige buitenstaande waarnemer <b>o. </b>
 
Gebruiken we de middelpunten van de cirkelvormige velden om de as van beweging te definiëren, dan blijk in tegenstelling tot SR dat de hoek van interactie geen enkel effect op de verhoudingen heeft. 
 
Einstein's vooraf gegeven begrenzingen dat de beweging parallel en uniform moet zijn lijken hier eveneens overbodig. Indien bolvormige velden á la Newton’s gravitatie van toepassing zouden zijn, doet de hoek van interactie vanzelfsprekend ook niet ter zake.
 
 
<i>-Continue gelijktijdigheid</i>
 
De curve in de onderstaande figuur laat de begrenzing zien die niet kan worden genegeerd in welke situatie dan ook. De grenzen aan de gelijktijdigheid tussen een statische waarnemer en de beweging over de horizontaal.
observer-4
observer-4 1000 keer bekeken
 
Deze begrenzing impliceert dat teneinde continue gelijktijdigheid te bewerkstelligen, de waarnemer zich in het systeem en wel op een van beide foci van de ellips moet positioneren. Daardoor vormen de waarnemer en het waargenomene een gesloten dynamisch systeem, waarin de energie behouden blijft.
 
 
<i>De ellips.</i>
 
De excentriciteit van de ellips ε is: 
E-ellips
E-ellips 1000 keer bekeken
 
<b>a</b> en <b>b</b> zijn respectievelijk de helft van de ellips' lange en korte as.
 
Overduidelijke is de overeenkomst van deze formule met die van de Lorentz-transformatie.
 
In dit experiment vervangen we de notatie <b>a</b> en <b>b</b> door <b>c</b> en <b>v.</b> 
 
ε= √(1-(v/c)²)=  f/c
 
The Lorentz-Transformation is
lorentztrans
lorentztrans 1000 keer bekeken
 
of
 
c/f= 1/√(1-(v/c)²)= <i>γ</i>
 
dus
 
1/ε= <i>γ</i>
 
Ek= m.c²(<i>γ</i>–1)
 
Kepler, Newton, Lorentz and Einstein nu zijn geometrisch gelinkt in
 
Ek= m.c²((1/ε)–1)
 
De merkwaardige uitkomst (∞-1) blijft onveranderd staan.
 
 
De Zon ligt op een van de foci van de elliptische planeetbanen. De excentriciteit daarvan ligt tussen 1 en 0.  Indien ε=o is is er geen planeet mogelijk, indien ε=1 dan is er geen Zon mogelijk. Vreemd genoeg lijkt het daardoor uitgesloten dat (∞-1) zijn oorsprong ontleent aan planeetbewegingen of daar direct aan te rijmen is.
 

<i>Het vermeende geometrisch bewijs van niet-bestaande oneindigheid.</i>
 

<i>Einstein toevoeging bij e=</i>m.c²<i> </i>(<i>γ</i>-1) is verborgen in de amandelvormige geometrie.
 
c= f+a
 
<i>γ</i>= c/f
<i>γ</i>= (f+a)/f
<i>γ</i>= 1+ a/f
 
<b>(<i>γ</i>-1)=  a/f </b>
 
observer-0a-f
observer-0a-f 999 keer bekeken
 
Indien <b>v</b> is gelijk aan <b>c</b> 
 
f= 0
 
a/0= ∞ 
 
thus (-1) = ∞ -1
 
a/f= (<i>γ</i>-1)
 
∞= ∞ -1 
 
Dit is weliswaar een wiskundige consensus, maar het figuur maakt duidelijk dat die uitkomst vereist dat het object dat van P1 naar P2 beweegt, geen eigen afmeting heeft. Omdat indien dat wel het geval is de Lorentz-transformatie niet meer opgaat.
no infinity possible
no infinity possible 999 keer bekeken
 
Er mag vanuit gegaan worden uitgegaan dat de lichtbron niet kan samenvallen met het middelpunt van een deeltje, en dat hetzelfde geldt voor de reflectie van licht. De figuur laat zien dat de geometrische verhoudingen dramatisch veranderen zodra het te bewegen groene object een eigen afmeting krijgt.
 
Indien de straal van het object r is, verandert a/0 in a/r.  De uitkomst ∞= ∞-1 is dan niet meer te handhaven.
 
∞= ∞-1 wordt  x= x-1 
 
Hetgeen natuurlijk niet klopt. 
 
Omdat de dimensie van het object afhangt van kwantum mechanica, biedt het wegvallen van de oneindigheid in de beweging wellicht mogelijkheden om een brug te slaan tussen relativiteit en de kwantummechanica.
 
 
<i>Een begrensd systeem.</i>
 
 
Dit impliceert echter niet automatisch dat c niet langer een onoverkomelijke fysische barrière in een bepaald systeem is.
Teneinde<i> </i>(<i>γ</i>-1) te produceren, is <b>a</b> gedeeld door <b>f. </b>Je vraagt je misschien af wat de reden voor die berekening is. 
 
De onderlinge verhoudingen van<b> a </b>en<b> f </b>zijn al opgedrongen door de verhouding tussen<b> c </b>en<b> v. </b>Omdat <b>a </b>en<b> f </b>al zijn verstrengeld, heeft het<b> </b>weinig zin om <b>a </b>nog eens door <b>f </b>te delen. Van het begin is<b> c </b>de maatstaf voor de geometrische verhoudingen.<b> a </b>is de waarde waarmee de buitenstaande waarnemer<b> o </b>gelijktijdig met het waargenomen systeem kan behouden.
Omdat de waarnemer o zich tot het systeem verhoudt als <b>a</b>:<b>c </b>zou die verhouding eerder de werkelijke relativiteit-factor moeten zijn.
 
a  = c-f
 
a  =c-(√(c²-v²))
 
a/c = c-(√(c²-v²))/c 
 
      = (1-√(1-(v/c)²)) 
 
      = (1-1/<i>γ</i>) 
 
     = (1-ε
 
E= 1/2m.c² 2(1-ε
 
E= m.c²(1-ε
 
 0<ε<1
 
"<" laat ruimte voor de eigen dimensie van het object.
 
 
<i>-Schaalbare lichtsnelheid.</i>
 
 
De tabel hieronder vergelijkt de uitkomsten van (γ-1) en mijn experimentele variant te beginnen bij 0,1<b>c.</b>
 
v.........................................(1-√(1-(v/c)²)).............................(1/ (√(1-(v/c)²)) -1)
 
0,1c........................................0,00501........................................0,00503
0,2c........................................0,02020........................................0,02062
0,3c........................................0,04606........................................0,04828
0,4c........................................0,08348........................................0,09108
0,5c........................................0,13397........................................0,15470
0,6c........................................0,20000........................................0,25000
0,7c........................................0,28585........................................0,40028
0,8c........................................0,40000........................................0,66666
0,9c........................................0,56411........................................1,29415
0,99c......................................0,85893........................................6,08881
0,99999c.................................0,99553.....................................222,60735
 
<1,00c ....................................................................................∞-1
 
 
(γ-1)  begint substantieel af te wijken bij  0,9c and plonst in oneindigheid uiteindelijk wanneer <b>v</b> >  0,99<b>c</b>  
(1-ε)  eindigt bij <1.  Wanneer de dimensie van het deeltje in rekening worden gebracht op 1. 
 
Zodra <b>c</b> is bereikt is het systeem in energetisch opzicht vol. Meer energie, zelfs oneindige hoeveelheden hebben dan geen enkel effect meer.
 
De  experimentele uitkomst <b>1</b> maakt het systeem schaalbaar en dus ook de lichtsnelheid die inherent is aan het systeem.
Gebruikersavatar
Professor Puntje
Artikelen: 0
Berichten: 7.570
Lid geworden op: vr 23 okt 2015, 23:02

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

Hier zit kennelijk veel denkwerk achter, maar de logica daarvan ontgaat mij helaas grotendeels. Om er één punt uit te pakken:
 
Zelfs zonder kennis van het onderliggende fenomeen was de definitie van tijd verweven met de gebogen vormen van hemellichamen en hun banen. Tijd heeft dus een natuurlijke asymmetrische grondslag.
 
De uitdrukking "natuurlijke asymmetrische grondslag" roept bij mij vooral vragen op. Wat moet ik mij daarbij voorstellen? En hoe kun je uit de manier waarop de tijd vroeger gemeten werd logisch concluderen dat de tijd die genoemde "natuurlijke asymmetrische grondslag" moet hebben?
Gebruikersavatar
Professor Puntje
Artikelen: 0
Berichten: 7.570
Lid geworden op: vr 23 okt 2015, 23:02

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

newby schreef: In zijn gedachte-experimenten gebruikte Einstein systemen van klokken en waarnemers daarvan, die onderling de tijd communiceren. In de geometrische voorstelling van die experimenten zijn zowel de klokken als de waarnemers ontdaan van eigenschappen en teruggebracht tot punten op onderling bewegende coördinatenstelsels. Echter puntvormige elementen ontberen niet alleen de eigen dimensies die noodzakelijk zijn voor de natuurlijke asymmetrie van tijd, het gebrek aan eigenschappen maakt bovendien de onderlinge waarneming en dus de interactie onmogelijk.
 
Je hebt gelijk dat fysieke klokken niet puntvormig zijn, wat dat betreft bieden Einsteins gedachte-experimenten een sterk geïdealiseerde voorstelling van zaken. Maar hoe erg is dat? In het ondervermelde topic is daar al eens over gediscussieerd:
 
https://sciencetalk.nl/forum/index.php/topic/191207-hoe-gaat-de-srt-om-met-klokken-van-een-zekere-grootte
 
Als ik het goed begrip stel je voor om gebeurtenissen een zekere eindige bolvorm toe te schrijven. Echter zijn gebeurtenissen vierdimensionale objecten. Hoe stel je die uitgebreidheid van een (volgens jouw theorie niet-puntvormige) gebeurtenis dan voor?
newby
Artikelen: 0
Berichten: 41
Lid geworden op: vr 13 aug 2010, 13:51

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

De cirkels kun je het beste als reikwijdtes voorstellen met de straal c. 
 
Ik stel gebeurtenissen hier voor als geïsoleerde events met een zekere reikwijdte. Zodra de events zich binnen elkaars reikwijdte begeven kan de werkelijkheid vorm krijgen.
 
Laat ik proberen mijn betoog te verduidelijken met Newtons first law.
 
"<i>In an inertial reference frame an object either remains at rest or continues to move at a constant velocity unless acted upon by a force."</i>
 
Newton had destijds weinig notie van licht. Wij weten inmiddels van radiation pressure. Dat betekent dat licht een zekere druk op materie uit kan oefenen. In het geval kan het te reflecteren licht het voorwerp uit positie brengen. Wanneer we een voorwerp in rust willen zien, zijn we afhankelijk van het licht dat het voorwerp uitzendt of reflecteert. Zodra het licht uitzendt verandert de massa van het voorwerp en zal dat als een kracht uit te leggen zijn, waardoor de afstand tussen zichzelf en de waarnemer wijzigt. Met andere woorden: Het is niet langer in rust. 
 
Hetzelfde geldt voor Einsteins rustmassa. Teneinde straling te kunnen veroorzaken moet een object massa verliezen. Energetisch is het dan sowieso niet in rust. Het kan alleen positioneel in rust blijven indien het evenwichtig massa verliest, in die zin dat de reactie op het massa verlies in meerdere richtingen zo is verdeeld, dat het voorwerp precies op de plaats blijft. 
 
(Ook hier is het natuurlijk zaak te bedenken dat een voorwerp dat straling uitzendt geen puntmassa kan zijn, maar een zekere kritieke omvang moet hebben om straling te kunnen produceren. De omvang kan bovendien zelfs aan eventuele rotatie bijdragen wanneer de straling onder een bepaalde hoek vanaf het oppervlak wordt uitgezonden, hetgeen in het geval van een puntmassa natuurlijk niet aan de orde is. 
 
Einsteins berekening van (<i>γ</i>–1) (wordt bij v=c wordt ∞=∞-1) beroept zich juist bij "v/c cos "van de hoek waaronder interactie plaatsvindt, mijn inziens zich ten onrechte op een punt massa. Hij streept hier beide cos tegen elkaar weg en daarmee de hoek waaronder de interactie plaats vindt, hetgeen bij een meer dimensionaal voorwerp in parallelle uniform bewegende stelsels geometrisch gezien niet zomaar kan.) 
 
einteins cos
einteins cos 1002 keer bekeken
 
 
Wellicht valt nu  Einsteins eigen berekening hierboven staat, beter op hoe wekelijk bizar eenvoudig mijn reproductie aan de hand van de figuur met beide reikwijdten zich laat noteren, namelijk: 
 
 
a/f= (<i>γ</i>–1)
 
 
 
Maar dit even terzijde. Eveneens geldt dat aan de ontvangende eind van de straling een evenwichtige opstelling is vereist om het voorwerp op zijn plaats te houden. Oftewel er zijn meerdere waarnemers nodig om het voorwerp in rust te houden. Een voorwerp kan daardoor feitelijk niet in rust zijn ten opzichte van een willekeurig ander voorwerp waardoor het wordt waargenomen.
 
Systeem.
 
Echter zodra we zowel het waarnemend voorwerp als het waargenomen voorwerp tot een en hetzelfde systeem rekenen, waarbinnen de waarneming dan wederzijds ligt opgesloten, is zo’n systeem wel per definitie in rust te noemen, op voorwaarde dat het energetisch van de buitenwereld is geïsoleerd. 
 
Daarmee weten we dan vooraf dat zodra we we dat systeem als buitenstaanders observeren, we de energetische balans van het systeem zullen verstoren. Alleen indien wij als waarnemer weer onderdeel van het systeem uitmaken, kan het een nieuwe balans opzoeken, en weer tot rust komen of stuk gaan.
 
Wanneer ik heel brutaal in Newtons wet klieder en “object” vervang door “system” en bovendien het “inertial reference frame” in zo'n systeem onderbreng, krijgen we de volgende wetmatigheid:
 
 “<i>A system either remains at rest or continues to move at a constant velocity unless acted upon by a force."</i>
 
De logica wordt hier denk ik geen geweld aangedaan. Vandaar dat ik met beide cirkelvormige reikwijdte een dynamisch systeem schets, waarbij de energie behouden blijft. Het fraaie van de ellips daarin is dat som van de lengten van de koorden altijd gelijk is en binnen dit systeem de waarde c aanhoudt, die blijft onveranderd terwijl het systeem oscilleert en de excentriciteit van de ellips wel dynamisch is.
 
Bovendien, omdat het twee cirkelvormige reikwijdtes betreft kun het systeem geometrisch eenvoudig uitbreiden of schalen. Al steekt Planck een stokje voor eventuele willekeur. Zo’n systeem kan je dus alleen kwantum mechanisch opschalen met bijvoorbeeld hele golflengten.
[attachment=25393:multiple cosmos.jpg]
 
Maar behalve bovenstaande er is nog een uitstekende kosmische reden om dit systeem te gebruiken. Maar ik zal het hier voor nu bij laten, want ik moet ook je vraag over de asymmetrie van de tijd en de vierdimensionaliteit nog proberen te beantwoorden..
maten
maten 1000 keer bekeken
newby
Artikelen: 0
Berichten: 41
Lid geworden op: vr 13 aug 2010, 13:51

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

Professor Puntje schreef:  
De uitdrukking "natuurlijke asymmetrische grondslag" roept bij mij vooral vragen op. Wat moet ik mij daarbij voorstellen? En hoe kun je uit de manier waarop de tijd vroeger gemeten werd logisch concluderen dat de tijd die genoemde "natuurlijke asymmetrische grondslag" moet hebben?
 
 
De verschillende lengtes van de schaduw kun je gewoon meten. Stel je steekt een speer uit het lood in een kier van een horizontaal min of meer vlakke rots. Dat kan ik zien omdat het regenwater er niet afloopt en de plas overal ongeveer even diep is.
 
Je wacht tot de rots is opgedroogd. De zon staat inmiddels hoog en het is verzengend heet. Je likt het laatste restje water uit een oneffenheid en gaat te werk. Met een scherp stuk vuursteen kras je precies daar waar de schaduw van de speer op de rots valt en houdt daarbij ook dezelfde lengte aan. 
 
Het is daar niet uit te houden zo heet. Dus weet je wat, je keert in het schemerende rozerode zonlicht om je werkstuk af te maken. Je klautert de rots op waar de speer onaangeroerd staat. Je trekt een nieuwe lijn precies over de schaduw die nu een andere richting op wijst, en ook nog eens langer is geworden. Zodra je de lijnen heb verbonden kijk je tevreden naar de figuur, maar snapt er niets van.
 
Later zal een archeoloog beweren dat je een ongelijkbenige driehoek heb, of een ander dat je een asymmetrisch figuur hebt getekend.
 
Een maand later op een zonnige dag neem je je wijfje mee naar de rots. Zij wil die rotstekening wel eens zien. Je steekt dezelfde speer op dezelfde plaats in dezelfde kier. Kijkt naar de zon en weer naar de schaduw, en terug en wacht tot die samenvalt met de kras die je eerder in de rots heb gekerfd. Het lukt maar niet en je staat krijsend en springend aan je speer te morrelen.  Onderwijl staat het wijfje in de schaduw uit verveling met een ander mannetje te flirten. Zo kun je natuurlijk geen indruk maken en vergooi je je voortplantingskansen, dus denk je bij je zelf. Je hebt meer succes om dat andere mannetje aan de speer te rijgen. 
 
Onderwijl weet de zon vanuit een van de foci van een ellips de aarde wel aan het lijntje te houden.
 
 
Dus om je vraag te beantwoorden, Niet alleen de vuursteen tekening van een ongelijkbenige driehoek, ook de oorzaak van de schaduw heeft een asymmetrische verschijningsvorm.
 
 
 
Professor Puntje schreef:  
Je hebt gelijk dat fysieke klokken niet puntvormig zijn, wat dat betreft bieden Einsteins gedachte-experimenten een sterk geïdealiseerde voorstelling van zaken. Maar hoe erg is dat?
 
 
Het is zelfs zo erg dat de werkelijkheid daarmee geweld wordt aangedaan en wij daar steeds  verder van vervreemd raken. 
 
De strekking van mijn verhaal en van mijn berekening is, dat het zelfs zo erg is dat het weglaten van eigendimensies, uiteindelijk leidt tot ongerijmde uitkomsten zoals ∞= ∞-1. Aangezien deze uitkomst betrekking heeft op de constante van de lichtsnelheid, heeft die inderdaad verstrekkende gevolgen tot in de verste uithoeken van onze voorstelling van het heelal. 
 
Deze oneindigheid leidt immers tot theoretische singulariteiten zoals Zwarte gaten en de Big Bang. Wanneer we de oneindigheid tijdig een halt toe kunnen roepen vallen deze singulariteiten door de mand. Dus inderdaad mijn inziens is het weglaten van de eigen dimensie een onverantwoorde versimpeling van de werkelijkheid.
Gebruikersavatar
Professor Puntje
Artikelen: 0
Berichten: 7.570
Lid geworden op: vr 23 okt 2015, 23:02

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

Misschien kan een andere gebruiker er eens naar kijken, want ik zie niet wat hier de bedoeling is...
newby
Artikelen: 0
Berichten: 41
Lid geworden op: vr 13 aug 2010, 13:51

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

Sorry. Het leek mij gelet op het vroegere gebruik van zonnewijzers in relatie tot de planeetbanen een open deur dat tijd een in geometrisch opzicht asymmetrische grondslag heeft.
 
Professor Puntje schreef:  Echter zijn gebeurtenissen vierdimensionale objecten. Hoe stel je die uitgebreidheid van een (volgens jouw theorie niet-puntvormige) gebeurtenis dan voor?
 
Die vierdimensionaliteit heb je begrijp ik aan het concept ruimtetijd ontleend.
 
Ik wil je een tegenvraag stellen. Hoeveel dimensies zou je toekennen aan de interactie tussen twee gekromde lichamen zoals een kokosnoot en de planeet waar die naartoe valt, wanneer de tijd inderdaad als een tweedimensionale grootheid moet worden gezien. Dat terwijl zowel aan de kokosnoot als aan de planeet een eigen afmeting moeten worden toegekend.
newby
Artikelen: 0
Berichten: 41
Lid geworden op: vr 13 aug 2010, 13:51

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

Stel je reserveert drie dimensies voor de ruimte tussen beide lichamen. Dan heb je er nog twee over. Je hebt er pas vier verbruikt als je voor de tijd één coördinaat inruimt. Daarom kun je beter meteen aanhaken bij het idee van tijdruimte kromming, want dan besteed je de resterende aan de curvature. Kennelijk is het zo dat indien tijd als een asymmetrische danwel tweedimensionale grootheid moet worden opgevat, de dagelijkse werkelijk in dimensionaal opzicht prima overeenstemt met het concept van tijdruimtekromming.
 
Anders gezegd: De hemellichamen zijn zelf gekromde tijdruimte.
 
In dat geval mag je het gekromde oppervlak van de kokosnoot richting planeet Aarde zelf als manifestaties van de tijdruimte-kromming zien. Dat ruimt op. Bedenk maar eens wat er gebeurt als een kokosnoot volgens GR tijdruimte kromming naar de Aarde wordt geleid. Bij een enkel noot kun je je misschien nog een trampoline voorstellen. Bij meer kokosnoten wordt het als snel jumping to conclusions.
 
Immers, wie kan zich een beeld vormen van de spacetime curvature wanneer een tropische storm de kokosnoten uit honderden kruinen tegelijk rukt. De massa van moeder Aarde dient zich in allerlei vierdimensionale bochten te wringen teneinde alle vruchten met gelijke valversnelling, naar haar schoot te laten stuiteren. En daarbij blijft het niet. Onderwijl dient de Maan in zijn baan gehouden worden, dient er rond de Zon worden gedraaid, de getijden geregeld, ieder element binnen de Aardse invloedssfeer dient in goed overleg met de andere hemellichamen individueel, maar volstrekt gelijkwaardig op ieder denkbaar moment continue, via een oneindige kluwen geodeten ten val te worden gebracht.
 
Vast staat wel dat spacetime curvature onze dagelijkse werkelijkheidsbeleving niet veel transparanter maakt. (Ik ga niet meteen tegenargumenten met satellieten, GPS ed naar voren brengen, want ik stel hier niet dat de Lorentz factor niet klopt, ik stel alleen vraagtekens bij de theoretische onderbouwing van spacetime curvature.
 
Newtons zwaartekracht volstaat weliswaar niet exact, hij slaagt er toch goed in de onderlinge verhoudingen tussen de hemellichamen te formuleren. Newton beschrijft niet zo zeer de samenstelling, maar de geometrische verhoudingen prachtig eenvoudig. Einsteins raadselachtige spacetime curvature schets daarentegen het mystieke, het onvoorstelbare en zorgt telkens, bij mij althans voor een zekere intellectuele lekspanning, zelfs kortsluiting als ik zo vrij mag zijn.
 
Maar stel dat Newton en Einstein de werkelijkheid van de valversnelling ronduit verkeerd hebben geïnterpreteerd, wat dan?
 
Ontdaan nemen we liever vakantie om te verwerken dat we kennelijk al die tijd al terugvallen op tevergeefse kennis van een schijnkracht. We moet het loslaten zegt de reisleider. Op een tropisch strand gelegen kijken we leeg naar de ruisende palmen. De wind neemt toe, de branding zwelt. 
 
Wat je overigens wel weet is dat zo’n harde noot op een gegeven moment omlaag kan vallen en dat je die liever niet met je schedel kraakt. Je stapt op van je handdoek snel achteruit een eindje van de boom weg, en controleert tegelijk of je het cocktail binnen het glas hebt weten te houden. Je beziet het witte zand waar een stam uitgroeit en kijkt daarlangs omhoog. Uit de lucht valt plotseling een eivormige gedachte je theoretisch vacuum binnen.
 
Zouden we ons om te beginnen eigenlijk niet eerst eens moeten afvragen hoe die kokosnoot daar zo hoog in die palm terechtgekomen is, voordat we ons afvragen waarom een appel uit een appelboompje valt? 
 
De vraag waarom alles geneigd is naar de Aarde te vallen sluit dan tenminste bij het leven aan. Ashes to ashes, dust to dust. Alles probeert terug te keren tot de oorsprong; naar waaruit het is opgebouwd.
 
Kennelijk onderhoudt de Aarde net als alle andere planeten een energetische grondvlak. Een grondvlak dat zij allen in zich hebben opgerold. Zij laten zien dat de elliptische banen de energetisch meest efficiënte wegen zijn, zij volgen de wet van behoud van energie. Uiteraard, een raket wordt gelanceerd met raketbrandstof en niet met anti gravitonen, denk je dan. 
 
Alles neigt terug te keren richting het oorspronkelijk energieniveau waaraan de quarks ooit zijn ontsprongen; het energetische grondvlak. De vraag hoe je zo’n vlak tot een bolvorm oprolt? Die zal ik even kortsluiten. 
 
<i>De nanotechnologie. </i>
 
Hieronder staat een reeks van de vormverandering tijdens de zelf-assemblage van een C60 fullerene, die spontaan uit een vel grafeen opdraait zodra dat is afgeperkt tot 60 atomen.
 
bucky-gen-web
bucky-gen-web 999 keer bekeken
 
<i>All Credits: Andrey Chuvelin, Ute Kaiser, Elena Bichoutskaia, Nicolas A. Besley & Andrei N. Khlobystov. AffiliationsContributions Corresponding  authors.</i>
 
 
Voorlopig wil ik hier alleen aan toevoegen dat bovenstaande gedachtengang heeft geleid tot het idee dat de kosmos aanvankelijk helemaal niet op de vertrouwde krachten berust, maar dat de kosmos zich vanuit een geheel ander principe heeft ontwikkeld, namelijk vanuit natuurlijke ontspanning: De gelijkmatige verdeling van mogelijkheden over een zo eenvoudig mogelijke vorm waarin alle (tijd)ruimtelijke relaties optimaal gelijkwaardig zijn. 
 
Alhoewel dit beginsel van niks doen in eerste instantie nergens toe lijkt te kunnen leiden, zal blijken dat eenmaal doorgeredeneerd en in geometrie ondergebracht, het zeer complexe structuren tot gevolg heeft, energie, beweging en alle natuurkrachten voortbrengt en uiteindelijk leidt tot de mens die het heelal beziet.
 
Een van die consequenties van het beginsel is dat het heelal uitdijt binnen de vooraf gegeven absolute begrenzing. 
 
Hoe die begrenzing geometrisch tot stand komt? 
newby
Artikelen: 0
Berichten: 41
Lid geworden op: vr 13 aug 2010, 13:51

Re: Kan lichtsnelheid worden losgemaakt van de oneindigheid factor.

Om mijn experimenteel formule in de eerste post toe te lichten heb ik de formules in een grafiek vastgelegd.
cijfergrafiek_fictieve oneindigheid_science
cijfergrafiek_fictieve oneindigheid_science 998 keer bekeken
 
Maar(1-ε) wil ik graag even terzijde leggen. De zelf assemblerende buckyball in mijn vorige post lijkt uit de lucht te zijn gevallen. Al had ik daar wel een reden voor, ik geef toe dat het lijkt alsof ik van de hak op de tak spring. Daarom zal ik proberen een meer inzichtelijke gedachtengang uiteen te zetten. 
 
De insteek van het topic is dat er mijn inziens een verbinding tussen SRT, energie, zelf assemblage en mijn concept van gelijktijdigheid is. Maar voor de duidelijkheid ook zelfassemblage even terzijde.
 
Ik wil jullie on topic de volgende redenatie voorleggen. 
 
De doorsnijdende cirkels brengen de onderlinge geometrische verhoudingen van SRT mechanisch in kaart. De vraag is nu of het concept van gelijktijdigheid zich met het origineel (y-1) laat verenigen. Volgens dat concept is het zo dat zodra de cirkels los van elkaar staan de gelijktijdigheid ongedaan is. Dat gebeurt op het moment dat v gelijk is aan c. Een minimale intersectie is dus een vereiste. Laat ik eens aannemen dat minimaal het een golflengte is. 
 
lamda
lamda 998 keer bekeken
 
Om dat verschil te formuleren breng ik de frequentie van v ten opzichte van c met 1 terug.
 
planck
planck 998 keer bekeken
 
 

Terug naar “Theorieontwikkeling”