Het is op de computer vrij eenvoudig om een schatting van de grootte van Pi te maken door middel van toeval.
Het principe is kinderlijk eenvoudig:
1. Neem een vierkant met daar binnenin een cirkel. (met bekende maten)
2. Deel het vierkant in in punten. (dus ook de cirkel)
3. Laat met een (geschikte) random generator heel veel punten in dat vierkant aanwijzen.
4. Uit de verhouding van het aantal aangewezen punten binnen het vierkant en binnen de cirkel laat zich nu Pi berekenen.
======
Dit is al een heel oud trucje en dus niet van mij.
Onlangs echter vroeg ik me af hoe het zit met de betrouwbaarheid van de gevonden waarde.
Die hangt natuurlijk af van: het aantal punten , de afmetingen , het aantal aanwijzingen.
Het lukt met niet dat naar een bruikbaar iets om te zetten.
Het ingewikkelde komt omdat de punten die worden aangewezen vierkanten vormen waar de cirkel als het ware tussendoor loopt.
Dus veel punten van de cirkel behoren niet tot punten die kunnen worden aangewezen.
Intuïtief zou ik zeggen dat bovenstaande een soort bovengrens aan de nauwkeurigheid legt los vaan het aantal aanwijzingen.
Waarschijnlijk zie ik iets eenvoudigs over de kop. (wat me wel vaker gebeurd)
PS.
De methode is ietwat ingewikkelder dan ik heb opgeschreven, maar dat heb ik voor de leesbaarheid weggelaten.