Die 300 meter voegloos spoor ligt op betonnen bielzen, terwijl de rest, het voegenspoor met spoorstaven van 30 meter, op houten bielzen ligt.
- museumtram2 3292 keer bekeken
Overgang tussen voegloos spoor op betonnen bielzen (links), en voegenspoor op houten bielzen (rechts)
Op een hete zomerdag zal de druk van die 300 meter voegloos spoor zich voortplanten in het voegenspoor, waarop het aansluit door lasplaten. Er is een tekort aan totale voegbreedte in al het spoor samen, dat zou tot spoorspatting kunnen leiden in het voegenspoor.
De maximum temperatuur van de rails in de zomer is 55°C. Ten opzicht van de temperatuur van eergisteren is de maximale ΔT 55°C. Zonder tegendruk zou die 300 meter rail willen uitzetten met:
ΔL = α L ΔT = 12.10
-6.300.55 = 0.20 m = 20 cm.
Hoeveel extra kan een spoorstaaf uitzetten door het schuiven van een lasplaat? Dat hangt af van het boorgat, zie onderstaande figuur, de speelruimte is 2x het verschil van de diameters van bout en boorgat. (
1) Bij de museumtramlijn was de diameter van bouten 2 cm en de diameter van boorgaten 3 cm, zodat de speelruimte van de voeg 2 cm is. De maximale voeg die ik eergisteren zag was inderdaad 2 cm. Dat is verwaarloosbaar t.o.v. die 20 cm.
- rail gap 3298 keer bekeken