waar komen die 4 en 3 vandaan
Die 4,0 m en 3,0 m zijn duidelijk in de tekening aangegeven.
Het gaat om het vinden van
gelijkvormige driehoeken.
Ik zal het voordoen bij de
onderste groene lijn:
De grote rechthoekige driehoek heeft in de tekening een lange rechte zijde AE van 4,0 m en een korte rechte zijde AB van 3,0 m.
De schuine zijde (hypotenusa) BE is dan 5,0 m (Pythagoras).
De onderste groene lijn is de lange rechte zijde in een kleine rechthoekige driehoek die gelijkvormig is met de al genoemde grote rechthoekige driehoek. De hypotenusa van die kleine driehoek is 3,0 m (zie AB in tekening).
Als we de lengte van de groene lijn op X stellen dan geldt vanwege die gelijkvormigheid dat
X
/ 3,0m = 4,0m
/ 5,0m
dus X = ........
Die andere groene lijn kun je op soortgelijke manier bepalen.