Wiskundeblunder
Artikelen: 0
Berichten: 84
Lid geworden op: za 06 jan 2018, 14:45

Oplossing oef complexe getallen juist?

Klopt mijn uitwerking van deze opgave? Alvast bedankt!
Bijlagen
uitwerking
uitwerking 1148 keer bekeken
Gebruikersavatar
Bart23
Artikelen: 0
Berichten: 246
Lid geworden op: di 07 jun 2016, 20:16

Re: Oplossing oef complexe getallen juist?

Het eerste deel kan nog korter:
\(\frac{12+3i}{12i-3}=\frac{12+3i}{i\cdot(12+3i)}=\frac{1}{i}=-i\)
Wiskundeblunder
Artikelen: 0
Berichten: 84
Lid geworden op: za 06 jan 2018, 14:45

Re: Oplossing oef complexe getallen juist?

Bedankt! Straks misschien nog wat oefeningen complexe getallen als je zin hebt :)
Wiskundeblunder
Artikelen: 0
Berichten: 84
Lid geworden op: za 06 jan 2018, 14:45

Re: Oplossing oef complexe getallen juist?

Heb een opgave die ik niet weet hoe ik hem moet opslossen.
 
z^6-3z^4+(5/2)z^2-1=0
 
daarvan moet ik alle wortels bepalen als gegeven is dat er een complexe wortel is waarvan HET KWADRAAT een modulus gelijk aan vkw(2)/2 heeft
Gebruikersavatar
Bart23
Artikelen: 0
Berichten: 246
Lid geworden op: di 07 jun 2016, 20:16

Re: Oplossing oef complexe getallen juist?

Je kan de vgl zo oplossen:
Stel Z=z²
Dan krijg je de vgl
\(Z^3-3Z^2+5/2Z-1=0\)
Die heeft een eenvoudige oplossing: 2.
Ontbinden geeft
\((Z-2)(Z^2-Z+1/2)=0\)
De andere oplossingen zijn
\(\frac{1\pm i}{2}\)
Nu moet je alleen nog de vierkantswortels bepalen om de oorspronkelijke vgl op te lossen
Wiskundeblunder
Artikelen: 0
Berichten: 84
Lid geworden op: za 06 jan 2018, 14:45

Re: Oplossing oef complexe getallen juist?

Bedankt maar ik denk dat we deze moeten oplossen aan de hand van de theorie, gezien in jouw methode het gegeven dat het kwadraat van de modulus van een van de wortels gelijk is aan vkw(2)/2. Jouw methode is via Horner? Deze mogen we niet gebruiken. :( Misschien goniometrisch?
Gebruikersavatar
Bart23
Artikelen: 0
Berichten: 246
Lid geworden op: di 07 jun 2016, 20:16

Re: Oplossing oef complexe getallen juist?

OK, dan zelfde redenering tot
\(Z^3-3Z^2+5/2Z-1=0\)
Er moet dus een oplossing
\((z^2=)Z=\frac{\sqrt{2}}{2}(cos\phi+i\sin\phi)\)
zijn.
Vul dit in in de vergelijking, en pas vervolgens de formule van de Moivre toe

(dus
\((cos\phi+i\sin\phi)^n=\cos n\phi+i\sin n\phi\)
)
Je krijgt:
\(\frac{\sqrt{2}}{4}(\cos 3\phi+i\sin 3\phi)-\frac{3}{2}(\cos 2\phi+i\sin 2\phi)+\frac{5\sqrt{2}}{4}(\cos\phi+i\sin\phi)-1=0\)
Dan moeten de reële en imaginaire delen ook beide nul zijn. Bekijk het imaginaire deel:
\(\frac{\sqrt{2}}{4}\sin3\phi-3/2\sin2\phi+\frac{5\sqrt{2}}{4}\sin\phi=0\)
Pas nu verdubbelings- en verdrievoudigingsformules toe:
\(\frac{\sqrt{2}}{4}(3\sin\phi-4\sin^3\phi)-3\sin\phi\cos\phi+\frac{5\sqrt{2}}{4}\sin\phi=0\)
Zonder factor sin af, en gebruik de grondformule om te komen tot:
\(\sin\phi(\sqrt{2}\cos^2\phi-3\cos\phi+\sqrt{2})=0\)
De eerste factor kan niet nul worden (immers +/-sqrt(2)/2 is geen oplossing)
De tweede factor geeft een vierkantsvergelijking moet oplossing wortel 2 (kan niet voor cos) en vkw(2)/2.
Dan is
\(\phi=\pm \frac{\pi}{4}\)
Deze oplossing voldoet ook aan de vergelijking van de reële delen
Je kent dus nu 2 (niet-reële) oplossingen van de 3 (nl.
\(\frac{\sqrt{2}}{2}(cos(\pm\frac{\pi}{4})+i\sin(\pm\frac{\pi}{4}))=\frac{1\pm i}{2}\)
), de derde  (reële) volgt direct door ontbinding.
Nu nog de vierkantswortels bepalen.

Terug naar “Analyse en Calculus”