De ambtseed houdt alleen in dat de ambtenaar niet corrupt is of zal zijn. De letterlijke tekst is:
Ik zweer (verklaar), dat ik middellijk of onmiddellijk, in welke vorm dan ook, tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (beloof), dat ik, om iets in mijn betrekking te doen of te laten, van niemand, middellijk of onmiddellijk, enige beloften of geschenken zal aannemen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)!
gevolgd door:
Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan de Grondwet en aan de wetten van ons land.
Ik zweer (beloof) dat ik de krachtens de wet uitgevaardigde voorschriften en verordeningen zal nakomen en handhaven, dat ik de aan mij verstrekte opdrachten plichtsgetrouw en nauwgezet zal volbrengen en de zaken, waarvan ik door mijn ambt kennis draag en die mij als geheim zijn toevertrouwd, of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet begrijpen, niet zal openbaren aan anderen dan aan hen, aan wie ik volgens de wet of ambtshalve tot mededeling verplicht ben.
Ik zweer (beloof) dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat beloof ik)!
Er staat dus niets in over de waarheid geen geweld aandoen, zelfs niets over integriteit, alleen over corruptie, geheimhouding, betrouwbaarheid enz.