Hallo,
Allereerst ben ik me ervan bewust dat deze vraag eigenlijk in Huiswerk & Practica thuishoort, maar gezien de (in mijn ogen hoge) moeilijkheidsgraad heb ik hem onder natuurkunde gezet.
Mijn excuses indien ik dit verkeerd heb ingeschat.
Voor een natuurkunde practicum onderzoeken we de dynamische viscositeit van glycerol, door er een stalen balletje in te laten vallen en dan via modelleren de constante eindsnelheid te bepalen.
Voor ons literatuuronderzoek kwam ik via internet uit op een exacte formule voor de snelheid van het balletje als functie van de tijd:
v(t) = vT(1-e-gt/vT)
Met vT als constante eindsnelheid.
Ik kan echter niet vinden en bedenken hoe men op deze formule is gekomen/deze heeft afgeleid.
Kan iemand van jullie me dat misschien uitleggen?
Alvast bedankt,
Ron