Ik snap een simpele grafiek aangaande excentriciteit van de aansluitende delen niet omdat ikzelf waarschijnlijk nog simpeler denk.
De lijn in het plaatje heeft de vergelijking K1=1+3e/t, waarbij ik aanneem dat K1 staat voor de factor voor levensduurvermindering onder invloed van excentriciteit of misalignment, e=excenticiteit en t=wanddikte. Wanneer er geen excentriciteit is de K-factor precies 1,0 en is er dus geen levensduurvermindering. Zodra excentriciteit optreedt en e > 0 dan begint de lijn te zakken. Wanneer de excentriciteit even groot is als de wanddikte schijnt de factor voor levensduurvermindering toch nog 0,2 te zijn (de las is nu een soort lapjoint geworden).
Maar hoe kan de lijn bij toenemende excentriciteit omlaag glooien, wanneer de ingevulde formule ervoor zorgt dat de K-factor altijd 1 is of groter?
Het is uit het IWE-dictaat. Veel drukfouten, slordigheden en onvolledigheid in verwijzingen waardoor je op een verkeerd spoor terecht komt. NIL = ho-pe-loos.
Er worden meer lasonvolkomendheden genoemd op de voorgaande pagina, maar als daar een verband is dan nog ontgaat mij de relatie. Maar die formule klopt dus niet. Dan weet ik dat ook weer -)
Gebruiken jullie niet de GSI-SLV cursus in NL? Die is helemaal vernieuwd 2 of 3 jaar terug, en die lijkt me toch vrij correct voor hetgene ik al bekeken heb (ik doceer in BE een module voor de IWE'ers).
GSI-SLV versie 2015 heb ik digitaal. Ik weet niet of die foutloos is, of de fouten zijn herzien inmiddels. Maar fouten in nieuwe uitgaven/drukken worden onvermijdelijk gemaakt, waar ook ter wereld. Dat begrijpt iedereen. Vakmanschap onderscheidt zich ten eerste in niet teveel fouten maken natuurlijk, maar belangrijker nog op de manier waarop een fout wordt hersteld.
De NIL is verantwoordelijk voor het uitgegeven dictaat en zij verkoopt het in papieren vorm aan de cursist. NIL gaat natuurlijk niet elk jaar naar de drukker voor een nieuwe oplage, zeker niet voor de lage cursistaantallen voor IWE. Ze laten dus een halve pallet tegelijk drukken denk ik om de kosten onder controle te houden. Gekoppeld aan een handjevol nieuwe IWE-cursisten per jaar leidt dit ertoe dat jaar-in-jaar-uit willens en wetens een gemankeerde druk wordt verkocht aan nietsvermoedende nieuwe cursisten. Die pallet moet eerst leeg namelijk.
Langs de maatlat van universeel vakmanschap faalt de NIL hier schromelijk. De meeste deeltijd-cursisten werken voor niet onbekende bedrijven, die gaan niet mekkeren over slechte kwaliteit van een dictaat voor (teveel) geld. Maar ik ben ZZP-er en ik betaal die boeken zelf. Wat de NIL doet vind ik grenzen aan een economisch delict. Maarja, het zijn ambtenaren van een verzelfstandigd overheidsorgaan. Dus dan weet je het wel.
Een ander dilemma is dat het niveauverschil tussen de EU-landen. IWE-cursisten uit het diepe zuiden met kennis van zaken over Belgie, beweren dat het leerniveau in deze opleiding in NL beduidend hoger ligt dan in BE. Maw het is moeilijker in Nederland om je diploma te halen. Dat schept ook geen goed beeld voor het vakgebied an sich, omdat men wel een internationaal erkend diploma afgeeft.
Ik ken de boeken niet waar je naar verwijst te specialistische voor mij
Maar deze tabel wordt in je tweede voorbeeld niet toegelicht
Alleen getoond als 1 van de vele zaken die invloed hebben op de vermoeiing van een last.
mij komt die meer over als een korte inleiding waarbij lasfouten en hun gevolgen globaal worden beschreven
De basis van de grafiek is bij geen excentriciteit is er geen invloed en bij een excentriciteit ter grote van de dikte het werkstuk is deze ongeveer 75% wat de maximale reductie is
Vraag het even na
De kwaliteit van een cursus kan je beter beoordelen aan de hand van antwoorden die je op dat zoort vragen krijgt dan op een kleine fout in het drukwerk die aan het kleurverschil te zien ook nog is gecopieerd uit de orginele norm