Hi Mensen!
in mijn tekstboek staat een verdiepende calculusopgave waarvan ik door de bomen het bos niet meer zie.
de opgave luidt als volgt'
''For any number c, we let fc(x) be the smaller number of the two numbers (x-c)^2 and (x-c-2)^2.
Then we define g(c) = ∫fc(x)dx. [integraal van 0 tot 1]
find the maximum and minimum values of g(c) if -2≤c≤2''
ik heb dit als volgt vertaald naar het Nederlands
''voor elk getal c laten we fc(x) de kleinere zijn van de twee nummers (x-c)^2 and (x-c-2)^2.
hierna stellen we g(c) = ∫fc(x)dx. [integraal van 0 tot 1]
vind de maximale en minimale waarden van g(c) als -2≤c≤2''
heeft een van jullie toevallig een idee om hier een antwoord uit te krijgen? ik heb beide formules in Geogebra gezet met een schuifregelaar, en kom hier tot de conclusie dat het twee dalparabolen zijn waarvan de horizontale verplaatsing te regelen is door c.
groetjes van mij