Situatie
Voor het gemak ga ik in de oude situatie uit van het gegeven, dat het racket in het verlengde van de arm een horizontale cirkel beschrijf. Dan is de baansnelheid van het racketblad gelijk aan de hoeksnelheid maal de straal: V1 = w1 (omega) x r1
Bij een moderne forehand wordt de arm (pols) voor het racket uitgezwaaid. De zwaai van het racket(blad) vertraagt tijdens de voorwaartse beweging van de pols, om vervolgens flink te versnellen. Ik vergelijk dit met de slinger van het middeleeuws slingerartilleriewapen de "Trebuchet".
Heeft dit te maken met de hoekversnelling, waardoor de bal een hogere snelheid krijgt?
Wat is dan de formule voor de baansnelheid V2 van het racketblad?
Bovenaanzicht van een tennis forehand oude stijl (linker cirkel) en nieuwe stijl (rechter cirkel).