Een grote container in de vorm van een kubus met dunne transparante verticale wanden is gevuld met water (n=4/3) en staat horizontaal op een tafel. Een student houdt een dunne rechte draad verticaal in het water op 12 cm vanaf een van de hoeken zoals schematisch is weergegeven. Kijkend naar de draad vanuit deze hoek ziet een andere student twee afbeeldingen van de draad, symmetrisch aan weerszijden van de zichtlijn zoals afgebeeld.
kan het misschien simpel of wordt het toch een uitgebreide berekening?
Wat is de afstand tussen deze afbeeldingen?