De vraag gaat eigenlijk dieper.
Het zal eerder de koolmicrofoon zijn die het spectrum bepaald.
In de filmwereld worden z/w opnames ingekleurd. maar in de audiowereld is dat volgens mij nooit gebeurd.
Zowel 78 toerenopnames als koolmicrofoons hebben een specifieke opname-spectrum (karakteristiek) die (zoals de analoge RIAA correctie) maar dan met de huidige technieken aan te vullen moeten zijn tot dichtbij de orginele stemmen cq instrumenten.
(dit na een doc over Jimmy Rogers (1927) op NPOextra mij op deze vraag heeft gebracht)
Frits vd Laan