Het woord minuut (het zestigste deel van een uur of graad van een cirkel) komt naar het Nederlands via het oud-Franse woord "minut" in de tweede helft van de 14e eeuw, zowel als direct uit het middeleeuwse Latijn "minuta" (een klein deel of portie), het vrouwelijk gebruik van het mannelijke "minutus", verleden deelwoord van "minuere" (verminderen), hetgeen weer komt van de Proto-Indo Europese stam "mei" dat klein betekent.
In het middeleeuwse Latijn betekende "pars minuta prima", zoals Xilvo hierboven al meldt "het eerste kleine deel". Het werd door Ptolemaeus gebruikt voor het zestigste deel van een cirkel en later ook voor het zestigste deel van een uur. In de late 14e eeuw werd het gebruikt als een vaag begrip met de betekenis van een korte tijd. In 1726 ziet men de eerste aanduiding van de minutenwijzer als "wijzer die de minuten op een klok of horloge aangeeft".
https://www.nemokennislink.nl/publicati ... erwarring/
Hier staat een hoop informatie over waarom een minuut 1/60 deel van een uur is. Het 60-tallige Babylonische telsysteem komt voorbij en de Griekse uitvinding om een cirkel in te delen in 360 graden.
Nesciyolo schreef: ↑ma 15 mei 2023, 13:53https://www.nemokennislink.nl/publicati ... erwarring/
Hier staat een hoop informatie over waarom een minuut 1/60 deel van een uur is. Het 60-tallige Babylonische telsysteem komt voorbij en de Griekse uitvinding om een cirkel in te delen in 360 graden.
Leuk artikel.
Maar "uitvinding" vind ik een wat groot woord voor het verdelen van een cirkel in 360 partjes