Wat maakt het onderscheid bij de dingen die er gevraagd worden waardoor je bepaalde manieren niet kunt gebruiken om iets te primitiveren?
Dit zijn de regels die ik al ken:
Kan iemand mij alsjeblieft vertellen wanneer je deze standaard regels niet kunt gebruiken en gebruik moet maken van:
De substitutiemethode, Partieel integreren, Cyclometrische functies, Breuksplitsen en Integralen bij een parameterkromme. En waarom je dat moet gebruiken.
Dit is de vraag en dit is de uitwerking:
Ik gebruik alleen puur de substitutie methode, omdat ik weet dat het moet (en dat de hele paragraaf hierover gaat). Maar waarom kan het niet anders. Dit vraag ik meer uit pure interesse, want in dit hoofdstuk worden er nog veel meer verschillende manieren aangeleerd.