De ruit van de vitrinekast laat, via het raam, het spiegelbeeld zien van een bijgebouw met een glasgevel. In de reflectiepunten P en R, waar de hoek van inval ongeveer 45° is (bijna de Brewsterhoek, 56°), wordt het licht gepolariseerd. De polarisatierichtingen van P en R zijn gelijk. De lichtstraal passeert als het ware drie lagen: polarisator - raam - polarisator. Er moet dus ook iets aan de hand zijn met het
raam om de regenboogkleuren te verklaren. Als het raam voorzien is van een dubbelbrekende folie kunnen zulke kleuren verschijnen. Maar bewijs dat er een folie op het raam zit ontbreekt.
Hieronder op de bovenste foto zijn het raam, de glasgevel (A), en de vitrine (B) te zien. Het directe beeld van de glasgevel (A) vertoont geen regenboogkleuren. Daaronder een test van de hypothese: met een polarisatiefilter op de camera vertoont het directe beeld van de glasgevel
wel regenboogkleuren (C), wat klopt als het raam voorzien is van een dubbelbrekende folie. De kleuren van (C) zijn beter te zien op de detailfoto (E, ook gemaakt met een polarisatiefilter op de camera).