ik beschouw een symmetrisch tweeling-experiment, waarbij de tweelingen bewegen met een snelheid van v/c = 2/5.
R is het 'stilstaande' referentie-stelsel
R' is het naar links bewegende referentie-stelsel v/c= -2/5
R'' is een naar rechts bewegende refentie-stelsel (niet ingetekend) met v/c=+2/5
De linker tweeling volgt eerst de gele lijn in R', totdat zijn klok 10 s aangeeft, keert dan om en volgt dan de groene lijn in R'', totdat hij in het midden terugkeert. zijn klok geeft dan 20 s aan.
de rechter tweeling volgt eerst de groene lijn in R'', totdat zijn klok 10 s aangeeft, keert dan om en volgt de gele lijn in R', totdat hij in het midden terugkeert. ook zijn klok geeft dan 20 s aan.
In de tekening beschouw ik deze situatie vanuit zowel het stilstaande referentiestelsel R, als vanuit het naar links bewegende referentiestelsel R'
mijn doel was om de tweeling-paradox te bestuderen. Is die paradox in deze situatie zo goed opgelost?