dat de holocaust ontkennen beledigend en discriminerend is, mag hopelijk een open deur zijn. ik zie iig niet in hoe je op niet-discriminerende, niet-beledigende wijs deze "vraag" zou kunnen stellen. en zo denkt de hoge raad er ook over, blijkens het verbeke arrest. maar voor de duidelijkheid: er is geen wet die specifiek het ontkennen van de holocaust verbiedt. er is wel art 137 van het strafrecht dat -heel in het algemeen- het beledigen en discrimineren van bevolkingsgroepen verbiedt:
Artikel 137 c. t/m g. Wetboek van Strafrecht
art. 137c. Belediging van bevolkingsgroep
1. Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hetero- of homosexuele gerichtheid, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
2. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
(...)
art. 137e. Openbaarmaking discriminerende uitlatingen
1. Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving:
i een uitlating openbaar maakt die, naar weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hetero- of homosexuele gerichtheid beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homosexuele gerichtheid;
ii een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, zulk een uitlating is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, doet toekomen, dan wel verspreidt of ter openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft; wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt of door twee of meer verenigde personen wordt gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.
3. Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het feit, nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
wil je het dus hebben over de zin of onzin van het wettelijk verbieden van zulke uitingen, dan zou zo'n discussie toegespitst moeten worden op -heel in het algemeen- de waarde van bovenstaand wetsartikel. voor de slechte verstaander: bovenstaand wetsartikel is dus niet specifiek voor de bescherming van joden bedoeld. (
)
ik ben het overigens met roland ronceval eens dat het recht op vrije meningsuiting wel wat meer zou mogen prevaleren.