Etymologisch woordenboek zegt ook dat de oorsprong van
hurken onduidelijk is en van
hommeles onzeker, maar dat hommeles grote bekendheid kreeg door het door Annie M.G. Schmidt geschreven Pension Hommeles.
hurken ww. zich krommen met gebogen knieën
categorie: etymologie onduidelijk, verkorting
Mogelijk is hurken door metathese ontstaan uit een vorm *huck(e)ren, frequentatief van hucken hurken, dat alleen nog in het BN als hukken voorkomt en dat wrsch. een intensiverende variant is van mnl. huken; dat is ook de geaccepteerde etymologie van Zweeds (vero.) hurka hurken [1715; SAOB], naast huka [1621; SAOB], uit Oudnoords hokra, hoka kruipen. FvW en NEW zien hurcken als contaminatie van een (niet geattesteerd) mnl. *huren hurken met hukken. Wel geattesteerd is mhd. hūren hurken (nhd. vero. hauern), maar in het Duits is een vorm met -rk- juist weer onbekend.
hommeles zn. (NN) ruzie
categorie: geleed woord, alleen in België of Nederland
Vnnl. in Hoe ist er, hommeles? [1653; WNT], het sal daar lustig hommelis sijn [1681; WNT]. Ook nu nog meestal in onpersoonlijke constructies: er is hommeles, 't is hommeles, en soms naar analogie van ruzie ook ze hebben hommeles.
Herkomst onzeker. Wrsch. afgeleid van een werkwoord hommelen zoeken, gonzen [1599; Kil.], dat ook razen, tieren kon betekenen: nu zal 't er duivels homlen [1761; WNT hommelen], zie ook hommel.
Al zijn alle deskundigen het met elkaar eens, ze hoeven nog geen gelijk te hebben. [Russel]