een paar vragen
Wat zijn de kenmerken van een toestandsfunctie ?
De oscillerende beweging van een idealie veer waarom kan dit ook toegepast worden op een slinger beweging met een kleine hoek maar niet op een slingerbeweging met een grote hoek ?
Als een hoogspringer over een lat met hoogte l moet geraken , moet met dan rekeing houden met de inwendig spierkracht als het massamiddelpunt hoger dan de lat ligt ? of lager ?
groetjes
stefanie